SKRIPTIE 1974 / 1975 MET ALS THEMA "AMSTERDAMSE SCHOOL" 1913-1923 VOOR DR. P. SINGELENBERG

VERSLAG EXCURSIE VAN AetA  24 MAART 2000 DEN HAAG

Onder zware druk van Liesbeth Struving, in de grotten van Den Haag, werd mij gevraagd een verslag te schrijven van de Excursie afgelopen 24 maart 2000 met als thema “ VAN TOP TOT GROT “.
Een inspirerende titel die mij op een naargeestige middag naar een eveneens naargeestige stationshal van Den Haag C.S. deed reizen.
De leden werden welkom geheten door de organisatoren van deze middag Liesbeth Struving en Armand Paardekooper Overman.
De excursiegids, welke een duidelijk beeld gaf van h
Rein Jansma ( onze voorzitter ) gaf een heldere uiteenzetting van het gehele ontwerpproces tot aan de voltooiing.
Hij deed dat met volle overgave wat we zo node miste bij de nieuwjaars receptie.
Kennelijk komt er iets los bij architecten zodra ze over hun eigen werk vertellen.
De beide bruggebouwen vormen samen met het oude en nieuwe paleis van justitie ( gereno-veerd en nieuwbouw door ons lid Niek van Vugt van het buro Ellerman-Lucas en van Vugt ) één ruimte, in de ogen van Joan Busquets één PLEIN.
Het oostelijke bruggebouw is, wat schaal betreft , aan de noordzijde ( kop )

De” Malietoren “ ( gereed in 1996 ), eveneens gebouwd boven de Utechtsebaan, van de
architect Mels Crouwel was het volgende project wat we bezochten.
Het is de huisvesting van de werkgevers organisatie VNO-NCW.
Mels heeft ons op een meer dan voortreffelijke wijze verteld hoe deze toren tot stand is gekomen.
Uiteraard heeft elk project zijn eigen geschiedenis wat dus ook het geval was bij deze toren.

Mels had namelijk grote moeite met de schaal van de toren in zijn ogen is hij thans
te laag.
Reden hiervan was dat er een buurtgroepering was van notabelen die bij de gemeente had
afgedwongen dat de toren lager moest , het uitzicht uit hun tuin werd verstoord.
De toren moest dus lager worden en wel zo’n 20 meter.
Zo zie je maar weer wat de democratie teweeg kan brengen!
De rondgang was heel bijzonder met name de vele uitzichten.
Met veel respect praat hij ook over de “ inrichting “ welke door interieur architecten zijn vormgegeven.
Vaak hoor je van architecten wel eens andere geluiden over deze discipline.
Zo sober en efficiënt het werk van Benthum & Crouwel is zo gaan ze ook om met hun beschik-bare tijd voor de rondleiding, BRAVO.
Vervolgens gingen we weer richting Gortiusplaats alwaar Niek van Vugt ons opwachtte in de hal van het ( nieuwe ) paleis van justitie.
We togen allen naar het hoogste punt van het paleis om daar van Niek, en zo nu en dan aanvullend van Jan Bart Lucas, te horen zijn verhaal over de nieuwbouw en renovatie van het paleis.
Hij vertelde hoe, uit een workshop, dit stuk Haagse binnenstad er in de komende jaren uit gaat zien.
Zijn nieuwbouw en renovati
De nieuwbouw is een kantoortoren voor justitie maar kan volgens de Rijks Gebouwen Dienst
in hun nieuwe filosofie ook voor de markt zijn waardoor de gebruiksmogelijkheden en dus de
verhuurbaarheid vergroot wordt.
De toren is stedebouwkundig goed gesitueerd in zijn omgeving zowel in schaal als in materiaal.
Een verbinding, op een hoogte van circa 15 meter verbindt het paleis met het westelijk bruggebouw van Rein Jansma.
Niek en Jan Bart lieten ons verder, in twee groepen, het gerenoveerde paleis zien.
Oorspronkelijke architect van het oude paleis was Ir. F. Sevenhuysen en gebouwd tussen 1969-1973.
Met zeer veel liefde en respect heeft Niek deze ingewikkelde klus weten te klaren.
Een gebouw uit de tijd van ruw beton, gewassen grinttegels, natuursteen, houtwolcement
platen plafonds en veel onbewerkt hout was het gegeven.
Justitie had een programma van eisen wat erg veel vierkante meters extra vroeg.
Niek is erin geslaagd om het gevraagde te realiseren en daarbij rekening te hou
Echter de gangen zijn geen gangen maar heel sfeervolle ruimtes waar men graag verblijft en waar nog tal van ondersteunende functies gemaakt zijn.
Het was inmiddels tijd om naar het stadhuis te gaan waar ons welverdiende koffie stond te wachten.
Onderweg bleven we nog even stilstaan nabij Babylon en Den Haag Centraal Station, waarbij Marja Straver van de dienst Stadsontwikkeling Den Haag ons de visie van de Gemeente voorschotelde van dit ( naargeestige ) gebied.
De visie is in grote lijnen de ontwikkeling van kantoren ( ministeries ) en wonen.
Zowel op maaiveld nivo als in volumes wordt er thans druk gewerkt aan deze visie.
Geduld moeten we hebben want zichtbaar is het in mijn ogen pas over 5 jaar.
Het blijft overigens een gebied waarbij heel duidelijk de cyclus 9 t / m 17 uur plaatsvindt en de overige uren maar afgewacht moet worden hoe zich dat ontwikkeld.

Rond de makette van de binnenstad van Den Haag
Een 1250 meter lange tramtunnel met twee stations en een parkeergarage ( 475 plaatsen )onder de Kalvermarkt en de Grote Marktstraat ( architect Rem Koolhaas ).
Armand wilde snel naar het Souterrain,ingang station Kalvermarkt,om zijn verhaal kracht bij te zetten op de plaats des onheils.
Een plaats des onheils was het inderdaad immers de aankondiging van de excursie was
van “ TOP TOT GROT “ .
Gestart werd er met deze tramtunnel in maart 1996 en het zou volgens plannen opgeleverd worden in 2000.
Lekkages, waardoor delen van de tunnel volliepen met water, dus veel oponthoud.
Waren de geplande constructie methodes juist dat waren de vragen en hoe gaan we deze klus nu verder aanpakken.
Een groot probleem, wat wij als leden ook regelmatig tegenkomen.
Het voorbeeld nu ook weer bij de nieuwe Pathé bioscoop in Amsterdam ( nabij de Arena ) van Frits van Dongen geopend op 6 april 2000 maar de echte oplevering zal waarschijnlijk pas over 3 of 4 maanden plaatsvinden.
Reden, volgens de kranten, de levering van de RVS gevelpanelen waarvoor de aannemer geen garantie wil geven.
Wat is het toch een buitengewoon boeiend vak ARCHITECT.
Armand gaf een zeer deskundige uitleg over de manier van”ondergronds bouwen in de stad”.
Het lopen door deze tunnelbuis was een ware “ survival “ toer, resten beton-wapeningsnetten zandbergen-bekistingen-water enz kruisten onze weg.
Goed was onderweg te zien, met de nodige uitleg, hoe vlot alles gaat.
Rem Koolhaas heeft met name bij het station Grote Markt op een zeer ingenieuze wijze het plein nivo zo’n 1,5 meter opgetild waardoor er een spleet ontstaat waar het daglicht binnenvalt.
De tramtunnel was overigens nodig om de nodige groei van het openbaar vervoer op te vangen met name bij het kruispunt Grote Marktstraat / Spui.
Na alle inspanning van deze toch wel bijzondere expeditie konden we weer het daglicht tegemoet e
Een kleine groep was inmiddels overgebleven van deze toch wel vermoeiende maar o zo interessante middag.
ZO HOREN DE EXCURSIES DUS !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
In “ de Boterwaag “ werd nog getoost op een zeer geslaagde middag.

Samen met Jan Bart ging ik richting het station, even bleef hij stilstaan op de hoek van de Pander passage en zei tegen mij “ wat jammer dat de tram en het verkeer hier straks niet meer rijd, het wordt zo stil “ .
Alle mensen die hebben meegewerkt aan deze middag heel erg bedankt.


Fridjof van den Berg 4-4-2000

 

EXCURSIE VAN AetA NAAR DE FLORIADE 2002 OP 3 JUNI 2002

In de week voorafgaand aan de excursie kreeg ik PLAKKAAT in de bus.
De week daarop, dus 3 juni 2002 s'middags om 3 uur werden de leden verwacht onder "Het Dak" van de Floriade.
Er zijn leden die een overvolle agenda bezitten en die veel moeite moeten doen om afspraken te verzetten.
Het programma voor deze middag was door Cees Brandjes met veel elan opgezet.
We werden door hem ontvangen onder het enorme dak, 278 M lang 100 M breed en
12 M hoog ( de toegang ) en maar liefst voorzien van 19.000 zonnepanelen wat een verrassend lichtspel opleverde.
Niek Roozen ( landschapsarchitect ) de ontwerper van de Floriade, gaf bij de start van de excursie een heldere uiteenzetting van zijn plan.
Beginnende bij de historie van het fenomeen Floriade tot wat het nu is geworden.
Zoals we bij het stadshart van Amstelveen al vernamen van Kees Rijnbout over samenwerking hoorde we hier een eensluidend verhaal n.l. dat voor een vaste prijs en op tijd klaar de drie een convenant hadden gesloten.
Om met Niek zijn woorden te spreken WE GAAN ERVOOR.
De drie partijen waren Niek Roozen voor het ontwerp en de coordinatie, Arcadis voor de techniek en het management en Dura Vermeer voor de uitvoering.
Een drooggelegd Haarlemmermeer ( 150 jaar geleden gebeurd ) naar een polderverkaveling met de nodige infra struktuur was het uitgangspunt voor het ontwerp.
Elementen zoals de Geniedijk ( onderdeel van de stelling van Amsterdam en een Unesco monument ) de N 205 ( een autoweg ) en de Zuidtangent ( openbaar vervoer van schiphol naar de Floriade ) waren aanleiding om het gehele gebied ( 65 ha ) op te delen in een drietal gebieden met een eigen thema te weten: "bij het DAK"......."naast de Berg"........"aan het Meer".
De gebieden zijn door Niek ingericht in samenwerking met Architecten en Beeldend Kunstenaars.
Een viertal architecten waren uitgenodigd om hun paviljoen ontwerp te komen toelichten.
Het "Paviljoen van de overheid"....Nederland straks, een kwestie van kiezen en/of delen... naar ontwerp van Thijs Asselbergs werd door Reggy Hulsken uitgebreid besproken.
Een steigerconstructie ( tijdelijkheid ) in de vorm van een Poort in samenhang met een kubusvormig groen volume was het beeld.
Op een zeer vernuftige wijze heeft Thijs de bezoekers van dit paviljoen via een route door een groene oase naar een trap / lift toren gebracht alwaar zij op een nivo van ca. 5 M boven de hoofdroute een prachtig panorama hebben over grote delen van de Floriade.
Via dit nivo komt men in het groene volume ( het groene cadeau ) wat een filmzaal blijkt te zijn waar het publiek staand een 3D film kan zien van een 6 tal minuten.
Buiten gekomen is de boodschap van de film voor menigeen niet echt duidelijk.
Het "Paviljoen Haarlemmermeer" ontworpen door de New Yorkse architect Hani Rashid van Asymptote Architecture werd vertegenwoordigd door Anton Bronsvoort.
Dit paviljoen is gelegen "aan het Meer" en is zo ontworpen dat het voor twee derde deel in het water ligt de rest op het land.
Het drukt de dynamiek uit van de Haarlemmermeer met in de verte de dalende en stijgende vliegtuigen.
De materiaalkeuze en de vele krommingen doen dan ook sterk denken aan vliegtuigen.
De hoofddraagconstructie alsmede de gevels hebben veel denkwerk gekost vertelde Anton.
Ook de uitvoering was buitengewoon lastig enerzijds de tijd en anderzijds de complexiteit.
Mick Eekhout van het bedrijf Octatube uit Delft heeft dan ook slapeloze nachten gehad van dit werk lijkt mij.
Op weg naar het Paviljoen van Jord den Hollander genaamd " Stiltecentrum" passeerde we "Big Spotters Hill" een 40M hoge uitkijkheuvel wat het hoogtepunt van de Floriade is volgens de organisatoren.
Deze heuvel wordt bekroond met een dynamisch kunstwerk van Auke de Vries.
Aangekomen bij het "Stiltecentrum" wachtte Jord ons op in een bijzondere outfit n.l. een shirt met de tekst "Harrys Tuincentrum".
Op een zeer inspirerende wijze heeft Jord over zijn ontwerp gesproken.
Zijn opdrachtgevers waren de gemeenschappelijke RK en protestante kerken.
Er was natuurlijk weer te weinig geld voor een paviljoen vertelde Jord.
De "bijenkorf" van een imker vormde voor hem een inspiratie voor zijn ontwerp.
Een stalen frame werd omwikkeld met een dikke tuinslang van ca. 2,5 km lang en een doorsnede van 10 cm waardoorheen water getransporteerd werd.
In het "Stiltecentrum" gaf dit inderdaad een rustgevende ervaring.
Jammer dat het centrum dichtbij het paviljoen van Thijs staat waar veel geluid geproduceerd wordt dus echt stil is niet in het centrum.
Inmiddels was het weer omgeslagen en pakte grijze luchten zich samen boven de Floriade.
"Het Web van Noord Holland" een paviljoen van de Provincie was het laatste wat op het programma stond.
Kas Oosterhuis spreekt over zijn ontwerp als een geland ruimteschip waarin veel te ontdekken is.
Over de plek waar het ruimteschip thans ligt had hij een wel heel poetisch verhaal n.l. dat het ruimteschip een dialoog aangaat met de locatie.!!!!!!!
Jammer was dat we niet in het ruimteschip konden komen omdat er wat problemen waren met de toegangsdeuren.
De bezoeker maakt op een interactieve manier kennis, via een multimediadiapresentatie, wat de provincie Noord Holland allemaal te bieden heeft.
Als bezoeker heb jezelf invloed op de inhoud van de presentatie.
Door het activeren van sensoren kan je als bezoeker zelf navigeren.
Deze info over de bezoekers staat te lezen in de Floriade krant.
Als beeld doet het ontwerp inderdaad denken aan de ruimtevaart.
De glimmende huid ( gemaakt van een innovatief aluminium "hylite") van het ruimteschip is opgedeeld in gekromde vlakken met een ruime voeg waarachter licht is opgenomen zodat het paviljoen dag en nacht een opvallende verschijning is.
Door de voegen van het ruimteschip konden we nog delen van het interieur zien welke overigens niet door Kas is ontworpen.
Inmiddels kwam de regen met bakken naar beneden alsof Cees dat ook georganiseerd had.
Het volgende programma onderdeel was eten in Haarlem 19.00 uur (ik moest even bijkomen dus niet eten) met aansluitend in het ABC 20.00 uur ( architectuur centrum) een presentatie van de architecten Thijs,Jorn en Kas.
De zaal was vol met belangstellenden vooral uit Haarlem en nog een enkeling van A & A men was denk ik op van zo'n enerverende middag.
De presentatie van Jorn was natuurlijk een feest om bij te zijn, details hierover zal ik nog wel eens vertellen.
Het is wat veel geworden maar er was ook veel.!!!!!!!!!!!!!!!

Fridjof van den Berg

 

EXCURSIE AetA 19 JUNI 2005 RIJTOER ROTTERDAM ( OUDE AUTO'S )

19 Juni 2005 sta ik hier met de AMI Break voor de Van Nelle fabriek in Rotterdam
Het was een zeer warme dag dat we met de AetA leden een toer maakten in de stad Rotterdam
Aanleiding was de viering van 150 jaar AetA met als thema "Architectuur en Auto".

De Franse auto's zijn voor mij een bron van inspiratie als het gaat om eenvoud, vormgeving en functionaliteit.
Vooral de merken Citroën, Renault en Panhard hebben mijn voorkeur
Waarom toch rijden in zo'n oude bak als de techniek van de auto's zich steeds maar weer verder ontwikkeld
Neem alleen al het sturen van deze Ami een crime om te doen waarbij je aan het einde van de dag al je spieren voelt
Het veren daarentegen is een ware lust, de bochten en de vele opstakels onder-weg worden dan ook met gemak genomen
En dan niet te vergeten de vele bagage die in deze auto kan
Kortom ideaal voor talloze doeleinden zoals deze toer door Rotterdam

20 MEI 2006 EXCURSIE MET DE DONDERBERG GROEP THEMA "MOOI IN MIDDEN NEDERLAND"

Zoals gebruikelijk waren de leden naar het Motel Mercure in Bunnik gekomen.
Men was in een goede opgewekte stemming om reden dat Fort Willem op het programma stond.
Echter bij de uitreiking van het programma voor deze dag bleek dat door omstandigheden een bezoek aan Fort Willem niet door kon gaan………wat een teleurstelling!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
De organisatie van de excursie hadden het dagprogramma daarom enigszins aangepast wat te zien was in de uitgebreide excursiegids voor deze dag.
Voor de mensen die niet bij de excursie aanwezig waren geeft deze excursiegids een goed beeld wat we die dag te zien zouden krijgen.
Van een Zwitsers Chalet tot een gerestaureerd tuinhuis dus dat beloofde wat.

Als eerste bezochten we het” Landgoed Den Treek” waar de gerestaureerde” Koepel van Stoop” te zien was.
Om daar te komen moesten we door een bospad heenlopen waarbij de wandelschoenen en paraplu’s goed van pas kwamen..
Daarboven op de heuvel stond op een open plek stond de koepel in een druilerige regen mooi voor ons te pronken.
De koepel ontworpen door Jan David Zocher jr. ( 1791-1870 ) die niet alleen architect maar ook stedenbouwkundige en landschapsarchitect was.
Hoe zou het bos eruit gezien hebben in het jaar 1840 dat de koepel gebouwd werd.
Waarom op deze plek de koepel gebouwd is, is te lezen in het stuk van Cor van Kooten, consulent bouwkunde uit de nieuwsbrief van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg Mei 2004 ook te vinden op www.woudenberg.net
In het artikel heeft hij het over dat men niet alleen de koepel zou restaureren ( start in het jaar 2003 ) maar bovendien lag het in de bedoeling de zichtassen weer open te maken.
We hebben de zichtassen niet kunnen ontdekken, blijkbaar moeten de werkzaamheden nog plaats vinden.

Een klein stuk lopen daarvandaan was “Het Berghuisje” te bewonderen vanachter het prikkeldraad onder de struiken.
De afstand tot het huis was te groot om het goed tot je te nemen…………… jammer.
Ook dit huis is van de architect Jan David Zocher en gebouwd in de zogenaamde chalet stijl.
Het huis had een fraai uitzicht op een heuse, Wim Meulenkamp noemt het een Alpenwei.
Jammer ook dat we het interieur van dit huis niet konden zien

Na al deze verrassende indrukken weer terug naar de bus door het natte bos alwaar wij richting Naarden reden.
Onderweg even voorbij Woudenberg langs de weg was nog een glimp te zien van Klein Geerstein waar de fraaie toren te zien was welke door Wim Meulenkamp reeds beschreven is in zijn boek Follies,Bizarre Bouwwerken in Nederland en Belgie p 45.
Het was inderdaad niet meer dan een glimp zo snel ging de bus er voorbij…………. jammer dat we niet even konden uitstappen.

Aangekomen in Naarden doemde in een nietszeggende straat opeens de witte Moskee van Naarden op.
Sinds 1 april van dit jaar heet de Moskee Fila Ki, een plek voor geest,lichaam en energie.
Zo zie je maar weer hoe wij Hollanders omgaan met gebouwen.
Was de Moskee ooit gebouwd als sigarettenfabriek in een Moorse stijl door de architect J.P.W.Breling in 1915 daarna heeft het gebouw nog een aantal verschillende eigenaren gehad.
De sigarettenfabriek sloot zijn deuren al 12 jaar later in 1927 grote vraag blijft hangen waarom.
De laatste verbouwing ( er zullen er velen geweest zijn ) voor het gezondheidscentrum was nogal
wat voeten in de aarde omdat bewoners ( daar zijn ze weer ) bezwaar maakten omdat ze bang waren voor lawaai overlast .
De Moskee met al zijn aardige Moorse detail zag er weer piekfijn uit een compliment voor de architect versus aannemer die de verbouwing heeft uitgevoerd.
Overigens staat dit in de folder van Fila Ki…….. Fila Ki is gevestigd in een monumentaal vrijstaand pand net buiten het vestingstadje Naarden.”
De Moskee wordt dus niet genoemd te beladen voor een gezondheidscentrum????????????????
Overigens herinner ik mij dat ik als kind op straat aan het playeren was met halve kartonnen wikkels van sigaretten pakjes en naar mijn weten zat daar ook de wikkel bij van Turmac Tabacco zou dat uit deze fabriek zijn gekomen.
Andere merken waren oa Miss-Blanche……Chief Wip of zo iets…. Lucky Strke en vele anderen.

De houten huizen van Naarden welke in het schootsveld waren gebouwd was het volgende wat we te zien kregen.
Het schootsveld was het terrein dat met vuurwapens bestreken kon worden.
De huizen waren van hout gemaakt om in geval van oorlog snel te kunnen afbreken.
Gelukkig heeft de oorlog niet in Naarden zijn sporen achtergelaten bij deze huizen want ze staan er nog steeds en hoe!!!!!!!!!!!!!!1
In de Nagtglaslaan ( een notaris ) en de Sandtmannlaan ( een aannemer of architect ) staan deze houten huizen.
De huizen zijn over het algemeen goed onderhouden door de bewoners welke naar mijn mening trots zijn op hun bezit zo te zien.
Het is jammer dat de “laan” verworden is tot een parkeerstraat met vooral grote en vrij dure auto’s.
Maar als je daar doorheen kijkt zie je fraaie details aan de huizen zoals torentjes..balkons..entree partijen…dakoverstekken…bijzondere kozijnen en deuren…erkers…loggia’s en niet te vergeten de vele kleuren van het houtwerk.
Zeer de moeite waard om nogmaals een bezoek te brengen aan deze houten huizen van Naarden welke gebouwd werden omstreeks 1911 dus nog geen eeuw oud.

De lunch in Maarssen werd aangekondigd in de excursiegids als een presidentiele lunch.
Gelukkig hebben we JPB niet gezien en was het een smaakvol gebeuren.
Inmiddels was de motregen opgehouden zodat we opgewekt het middag programma konden volgen.

Woerden was nu de plaats van de Mooi in Midden-Nederland excursie.
Wat zouden we daar nu weer te zien krijgen.
De bus stopte op een plek tegenover een fraai gelegen theehuis aan het water van de rivier Nes.
Dit theehuis staat te boek als de koepel van Bredius in de bouwkunde zou dit het zadeldak van Bredius moeten heten maar de koepel klinkt kennelijk beter.
Overigens zou ik daar graag in het zonnetje ( inmiddels scheen de zon ook ) thee willen drinken.

Het rondje wandelen door het park Ouderland in Maarssen was even nodig om alle indrukken tot nu toe te verwerken.
De statige huizen langs de singel van Maarssen genaamd Alpha en Omega waren in mijn ogen niet echt bijzonder daar staan er vele van in Nederland dus doorlopen maar.
Achter in de tuin op een hoek en opgenomen in de tuinafscheiding met de straat van de villa Welgelegen lag nog wel een bijzonder achtkantig tuinhuis met een dak belegd met geglazuurde dakpannen.
De wanden waren van baksteen ( roze geschilderd ) en voorzien van rijk geornamenteerde kozijnen.

De tocht ging nu door het groene hart, dus vrij smalle wegen, naar Harmelen alwaar wij een bezoek brachten aan het Tuinhuis t’Spijck.
Een alleraardigst boekwerk is er gemaakt van dit tuinhuis met de titel” Tuinhuis ’t Speijck Restauratie van een monument “.
Boekwerk is gepubliceerd ter gelegenheid van de onthulling van het Tuinhuis’t Speijck Huize Harmelen, 10 November 2005.
Ook is er een website van deze stichting tot behoud van Tuinhuis ’t Speijck
www.tuinhuis-speijck.nl/geschiedenis
Tja wat valt er verder te zeggen van dit tuinhuis het ligt op een prachtige plek met uitzicht op een merkwaardig kasteelachtig bouwwerk.
In dit bouwwerk kregen we van de voorzitter J.G.Griffioen van de stichting een uiteenzetting hoe de tot standkoming van de restauratie is verlopen.
Een bekend verhaal voor ons donderbergers en hebben we dat al niet eens eerder gehoord.
We werden nog uitgebreid voorzien van koffie en thee plus een lekkere taart van onze gastheer en vrouw.
Ook voor dit tuinhuis is het de moeite waard om hier nog een keer naartoe te gaan.
In het bouwwerk zijn ruimtes beschikbaar voor vergaderingen en cursussen met in de nabijheid natuurlijk dit theehuis.

Precies op tijd namelijk 6 uur eindigen we weer met de bus bij het Motel Bunnik.
Complimenten voor de organisatie het was een enerverende dag ondanks dat we niet naar Fort Willem konden.

29 juni 2006 Fridjof van den Berg

AetA EXCURSIE 24 JUNI 2006 DEN HAAG

Er was voor deze dag een druk programma georganiseerd te weten:
1 Bezoek aan het Vredespaleis
2 Een stadswandeling o.l.v. Vera Yanovshtchinsky & Arjan Hebley
3 Jaarvergadering en lunch in Restaurant Dudok

Om 11 uur stonden al aardig wat leden voor het fraaie hekwerk van het Vredespaleis te wachten
Dit was dan ook voor velen een aanleiding om het Vredespaleis eens van binnen te bekijken en het in aanbouw zijnde Academiegebouw van de Engelse architect Michael Wilford ( 1938 )
We werden opgewacht door Jeroen Vervliet ( directeur van de bibliotheek van de Carnegiestichting ) welke een zeer overtuigend verhaal hield in de grote rechtzaal ten overstaan van ons allen.
Wat een sfeer deze zaal je waant je in een Engelse film waar inderdaad recht gesproken wordt.
Onderstaand een verslag Jeroen Vervliet.

De Amerikaanse zakenman en pacifist Andrew Carnegie (1835-1919) schonk in 1903 anderhalf miljoen dollar voor de bouw en instandhouding van een paleis dat zou dienen tot huisvesting van het Permanente Hof van Arbitrage en een bibliotheek voor internationaal recht. Het Hof was bedoeld om als scheidsrechter op te kunnen treden bij conflicten tussen verschillende landen en het paleis kreeg de naam Vredespaleis. Daarnaast vonden ook het Internationaal Hof van Justitie en de Academie voor Internationaal Recht hun onderkomen in het Vredespaleis.
Op 6 juni 1904 liet de Carnegie-Stichting bij de notaris de volgende doelstelling vastleggen: de oprichting en het onderhoud van een gebouw en een bibliotheek ten behoeve van het Permanente Hof van Arbitrage.
In augustus van het jaar 1905 werd het programma van de wedstrijd voor een Bouwkundig plan van het vredespaleis ten behoeve van het permanente hof van arbitrage met een bibliotheek bekendgemaakt door het bestuur van de Carnegie-Stichting.
Aan deze prijsvraag namen maar liefst 216 nationaal en internationaal vermaarde architecten deel.
De inzendingen werden door een zeskoppige ( conservatieve ) internationale jury beoordeeld en waarvan die van de Fransman Louis Marie Cordonnier uit Lille ( 1854-1938 ) tot winnend ontwerp werd gekozen.
Bekende architecten zoals Eliel Saarinen, Otto Wagner, Hendrik Petrus Berlage, Willem Kromhout en Eduard Cuypers deden ook mee.
De jury kende toch nog prijzen toe aan een zestal architecten te weten: Louis Marie Cordonnier uit Lille, OttoWagner uit Wenen ( 4e prijs ), A.Marcel uit Parijs, F.Schwechten uit Berlijn , Greenley & Olin uit New York ( 5e prijs ) en F.Wendt uit Charlottenburg.
Cordonnier had een ontwerp in eclectische stijl gemaakt , dat volgens de jury toepasselijk was vanwege de aansluiting bij de zestiende-eeuwse Nederlandse bouwkunst.
In Nederland waren de meningen over dit ontwerp zeer verdeeld voor zowel vakman als leek bleek de keuze voor die tijd uitermate ouderwetse en rommelige mengeling van neo-gotische, neo-renaissance en neo-barokke gebouw onbegrijpelijk.
Als men bedenkt dat men van 1907 tot en met 1913 gebouwd heeft aan het vredespaleis en dat tegelijkertijd de Beurs van Berlage werd gebouwd ( 1898-1903 ) is het inderdaad vreemd!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Cordonnier heeft ongetwijfeld het 17e eeuwse stadhuis gezien van de franse havenstad Calais.
Verder bouwde hij het stadhuis van Duinkerken en de Beurs in Lille.
Cordonnier paste het ontwerp van het vredespaleis aan in samenwerking met de Nederlandse architect Johan Adrianus Gerard van der Steur ( 1883-1945 )
Op het bouwbureau voor de aanpassing en uitvoering van het winnende ontwerp werkten de Nederlandse architecten Hendrik.Theodorus Wijdeveld ( 1885-1987 ) en Dirk.Frederik Slothouwer ( 1884-1946 )
Lange tijd is er nog processen gevoerd o.a. door Berlage tegen de Carnegie-Stichting over de keuze van het ontwerp.

Na deze toch zeer uitgebreide inleiding van Jeroen Vervliet nam de architect Bas van Hille van het architectenburo BD Architectuur het woord over.
Ook Bas begon te vertellen dat Henk Brouwer & Tom Deurvorst in 1955 het architectenburo Brouwer en Deurvorst hadden opgericht en later werd de naam B&D architecten.
In de zeventiger jaren van de vorige eeuw had deze buro al een uitbreiding aan het vredespaleis ontworpen aan de noord west zijde, wat ook uitgevoerd is, verder werd er ook gewerkt aan restauraties en onderhoud.
Op dit moment werken ze samen met het buro van Michael Wilford die de nieuwe uitbreiding van het vredespaleis ontworpen heeft.
Na deze korte introductie van Bas van Hille zal Jeroen Vervliet ons nog enige opgeknapte ruimtes laten zien.
De kleine rechtzaal en het hoofdtrappenhuis waren in de ogen van Jeroen prachtig geworden.
Voor het interieur werd door Cordonnier de jonge Haagse bouwkundige en architect Herman Rosse gekozen.
Tegeltableaus,glas in lood,wanddecoraties vol symboliek zijn allen van zijn hand.
Ook de tuinen rondom het vredespaleis werden door het uitschrijven van een besloten prijsvraag gewonnen door Engelse landschaps architectThomas H.Mawson uit London.
Door de vele kunstuitingen in en buiten het gebouw spreekt men al gauw van een “gesamptkunstwerk” wat naar mijn mening ook geslaagd was.

Het volgende programma onderdeel was nu gericht op de nieuwe uitbreiding.
In de hal van het vredespaleis stond prominent een makette te pronken ( geheel wit ) van de nieuwbouw.
Een drietal volumes waren zichtbaar een balk ( kantoorruimtes ) een driehoek ( leesruimte ) en een ovaal (auditorium ).
Nieuwsgierig als we waren werden we door Bas van Hille in twee groepen verdeeld om de nieuwe uitbreiding te kunnen zien.
Michael Wilford werd op voordracht van de rijksbouwmeester Jo Coenen in september 2003 geselecteerd na een Europese aanbesteding.
Wilford was van 1971 tot de dood van de engelse architect James Sterling ( 1926-1992 ) diens partner daarna werd het buro in Engeland Wilford partners en in Duitsland Wilford Schupp Architecten.
Deze laatste vestiging van Wilford is verantwoordelijk voor de uitbreiding.
De balk, een groot rechthoekig volume was aan de zuid westzijde gesitueerd en werd via een driehoekig volume verbonden met het vredespaleis.
De gevels van het volume waren uitgevoerd in een rode baksteen met geknipte voegen wat refereerde naar het metselwerk van het vredespaleis flauwer kon het niet mijns inziens.
Maak dan een sterk contrast in materiaal met het bestaande metselwerk van het vredespaleis.
We moesten in zeer korte tijd door het nog niet opgeleverde gebouw struinen met de uitleg van Bas van Hille.
Ik geloof dat we als club terug moeten komen wanneer er opgeleverd is want zoals het er nu bij stond was niet om aan te zien.
Op de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft is er een leerstoel met de naam BIC (Bouwconstructieve Intergratie en Coördinatie ) daar krijgen studenten oefeningen waarbij de vakgebieden architectuur-constructie-installatie en interieur een synergie met elkaar aangaan.
Dit was op dit moment in dit project nauwelijks te zien het was kortom chaos!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Ik vraag mij trouwens af wat nu precies de betekenis is van de twee volumes ( driehoek en ovaal ) die door de balk penetreren.
Is het een vormwil of komen deze vormen vanuit het programma we zullen het nooit weten omdat Michael Wilford niet bij de rondleiding was.
Functioneel lijken mij de ruimtes niet echt handig met name de driehoek.

Met een akelig gevoel verliet mijn vrouw en ik dit gebouw en keken wij nog eens om naar het vredespaleis wat met een grote liefde voor het vak is uitgevoerd wat overal goed te zien was.

Opgewekt begonnen we nu aan de stadswandeling richting het gerestaureerde Theater Diligentia van HVE architecten ( Cees van Harmelen en Gerrit van Es ) uit Den Haag.
Gerrit van Es heeft ons in het kort de geschiedenis van het theater verteld met de nadruk op de verbouwing.
Sinds de eerste bebouwing in 1568 is het gebouw regelmatig uitgebreid en verbouwd en vanaf 1810 in gebruik als theater.
Het theater moest verbouwd worden i.v.m. de arbo wetgeving en de brandveiligheid.
Ook was de functionaliteit niet al te best met name de foyer ruimte ( te klein. )
De architecten zijn er goed in geslaagd om de oorspronkelijke binnenplaats te overkappen en deze te bestemmen als structurerend element om de verschillende delen van het gebouw op een logische manier aan elkaar te koppelen.
In deze ruimte zijn een viertal nieuwe wanden geplaatst op afstand van de bestaande wanden van de oude binnenplaats.
Deze wanden zijn voorzien van de nodige installaties t.b.v. het functioneren van de omliggende ruimtes.
Op een geraffineerde manier waren er gaten opgenomen in deze wanden om het fenomeen zien en gezien worden optimaal tot uitdrukking te brengen.
Verder was de theaterzaal opgeknapt met nieuwe stoelen en de kap boven het toneel is verwijderd en daarvoor in de plaats is er een toneeltoren gekomen.

Onder de indruk van wat we gezien hadden werd de wandeling voortgezet naar de rekenkamer van de architect Aldo van Eyck ( 1918-1998 )
De nieuwbouw van de rekenkamer is gesitueerd in de achtertuin van het monumentale gebouw aan de Lange Voorhout.
Daar heeft Aldo met een chirurgische ingreep in het stadsweefsel zijn gebouw gerealiseerd en rekening gehouden met de schaal van dat deel van de stad.
Er ontstond een spontane discussie over met name het niet houden aan de bestaande rooilijnen van dit gebied en waar Aldo zich dus niet aan gehouden heeft.
Thans heeft de gemeente Den Haag daarover strengere regels opgesteld en kan dit dus niet meer.
Bijzonder zijn overigens de kleurrijke keramische gevels waarvan de patronen zijn ontworpen door de schilder Jaap Hillenius ( 1934-1999 )

De jaarvergadering in Restaurant Dudok volde nu als programmapunt.
Het verslag van deze vergadering zal door de vertrekkende secretaris Friso Broeksma nog t vertrek uit het bestuur van de volgende leden: .seerd rekening houdend ook met de schaal van geschreven worden.
Even wil ik nog stilstaan bij het vertrek uit het bestuur van de volgende leden:
Marja Straver ooit heb ik haar lesgegeven in het studiejaar 1979-1980 aan de TUDelft in de oefening Wittenburg-Kattenburg te Amsterdam een S3 oefening ( stedenbouw )Heeft kennelijk veel indruk toen gemaakt want ze is architect geworden en heeft veel affiniteit met stedenbouw gezien haar buro DN Urbland DN
Heeft voor AetA de reis naar Finland georganiseerd en andere excursies
Friso Broeksma het boegbeeld van Aet A daar kan je van zeggen wat heeft hij NIET gedaan voor AetA zeg maar heel veel teveel om hier op te noemen.
Veel leden van ons kennen Friso als een toegewijd organisator van vele reizen / excursies en een uitstekend secretaris.
In zijn afscheidsrede memoreerde Friso nog naar zijn enerverende jaren binnen AetA en wenste de nieuwe secretaris Mechteld Linssen ( was er helaas niet ) veel geluk toe.
De intreerede van Mechteld Linssen heeft Friso nog op zich genomen door deze van papier voor te lezen.

Na de vergadering stond er voor de leden een uitgebreide lunch te wachten wat goed smaakte.
De lunch moest snel verwerkt worden om het programma voor de middag goed te laten verlopen.
Er waren afspraken gemaakt op de plekken die we nog moesten bezoeken.

Het ( nieuwe ) Centrum van Den Haag werd nu bezocht.
De Snoeptrommel….Bonbondoos….Poezenmand allemaal bijnamen voor het winkelpand wat gesitueerd is op de hoek van de Grote Halstraat en Groenmarkt.
Het gebouw sluit aan op het oude stadhuis uit het jaar 1564.
In mijn ogen een erg vrolijk gebouw door het gebruik van de vele kleuren geglazuurde bakstenen en wat goed past bij de toch al schreeuwerige winkel architectuur vandaag de dag..
Het project wat door John Outram Associates, Architect and Master Planners uit London in de jaren 1997-1999 is gerealiseerd en een doorn in het oog is voor vele Hagenezen gezien de Prix de P ( aardelul=in de lengte gehalveerde steen ) in 1997.
Ook de Gouden Slopershamer ging naar de gemeente Den Haag die de Groenmarkt verkracht met de walgelijke en veel te grote poezenmand van Outram.
Bij de site www.historie.denhaag.org wordt dit project zelfs historiserend genoemd.

Niet ver daar vandaan bezochten we het project Drie Hoekjes van de architect Vera Yanovshchinsky.
Gelegen aan de Oude Molstraat-Nobelstraat-Prinsestraat.
De lokatie van dit project sloot aan op het gebouw van de verzekerings maatschappij “De Nederlanden van 1845” van de architect Berlage ( in 1895 opgeleverd )
Het project telt een 60 tal appartementen met voor een merendeel op de begane grond winkels.
Vera is er buitengewoon goed in geslaagd om op deze locatie zoveel woningen te bouwen.
Er moesten dan ook meerdere bouwlagen komen als de naaste omgeving 8 maar liefst.
Door verspringende rooilijnen in de gevel aan te brengen heeft zij dat op een originele manier opgelost.
De binnenplaats van dit project, ik meen op de 4e bouwlaag, was zeer verrassend te noemen om reden dat er een enorme rust heerste midden in de binnenstad en dat de maat van deze binnenplaats plezierig was.
Vanuit deze binnenplaats kon je in de nieuwe poort kijken welke aansloot op Berlage zijn gebouw.
Zowel in materialisering, schaal, als in detaillering is dit complex een aanwinst voor de stad op deze plek.
Zij heeft dan ook goed gekeken naar de grote meester Berlage in de buurt van haar plan.
Overigens is de poort ( eindelijk een hoge poort ) gesitueerd in een looproute welke heel vloeiend aansluit op de bestaande looproutes.

Haagsche Bluf was daar ook niet ver vandaan.
Een geheel nieuw winkelcentrum is er ontwikkeld met gebruikmaking van diverse oude en nieuwe bouwstijlen
welke goed passen in de oude binnenstad.
Er staan kopieën van panden welke aan het Noordeinde in Den Haag nog te vinden zijn.
Ook nog te vinden is een kopie van het Pagehuis uit 1618 wat nog te vinden is aan het Lange Voorhout.
Het contrast tussen deze kopieën en gevels geheel opgetrokken uit glas is bijzonder groot en gewaagd.
De uitvoering van het gehele project is met een grote mate van zorgvuldigheid gebeurd wat goed te zien is.
Het project werd voor 40 miljoen Euro gerealiseerd door de project ontwikkelaar Gerard Stevens.
Architect Pim Hienkens uit Delft was verantwoordelijk voor de gevelcopieen hij heeft dan ook ervaring met retro architectuur.
Was onlangs nog met studenten naar een woonhuis in Delft van zijn hand wezen kijken.
Dit woonhuis is geheel in Palladiaanse stijl opgeleverd .
Als contrast was ik ook diezelfde dag naar het eigen woonhuis in Delft van de architect Jan Pesman geweest.
De studenten vroegen na afloop aan mij wat vind u nou van deze twee huizen????????????????????????
Hetzelfde gevoel als de studenten bij de woonhuizen bekroop mij ook toen ik in dit winkelcentrum liep.

De Baljurk was het laatste project in dit deel van de binnenstad wat we bezochten.
Inmiddels hadden al aardig wat leden het hazenpad gekozen zodat we met een kleine groep het verhaal van de architect Eric Vreedenburgh ( Archipelontwerpers ) konden aanhoren.
De vermoeidheid speelden sommige leden behoorlijk op zodat het ( te ) lange verhaal soms moeilijk te volgen was.
Enthousiast als Eric was ( immers lid van Boosting ) vertelde hij over de plek waar dit hoekpand staat, Gortstraat-Kettingstraat.
Een aantal huizen aan het Plein moesten worden afgebroken omdat ze niet meer te restaureren vielen.
Geste vastgoed ( de project ontwikkelaar Gerard Stevens ) heeft de oude panden laten verbouwen.
Op de hoek heeft Eric een geheel nieuw pand neergezet met op de begane grond een winkelruimte en daarboven appartementen.
Bijzonder aan deze nieuwe invulling is met name de voorzet gevel van goudkleurig metaalgaas welke als het ware gedrapeerd is rond de klimaatgevel.
Een kleine stroom die vroeger hier liep was de reden van het draperen van de voorzetgevel!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Toch mooi als je zoiets aan de welstand kan vertellen en het lukt.
In 2005 heeft het project de Nieuwe Stadsprijs ontvangen.
Bij Nai uitgevers is nog een boek te koop over Eric zijn werk” Luchtgebonden bouwen “.Eric Vreedenburgh, Ed melet ISBN 90-5662-362-1

Als laatste en misschien wel het meest boeiende, althans voor mij, was het bezoek aan de Haagse Tramtunnel of het Souterrain van de architect Rem Koolhaas.
Hadden we niet als leden in het jaar 2000 een barre tocht gemaakt door deze tunnel.
Ik heb er nog een verslag van geschreven maar weet niet meer precies welke papieren plakkaat.
In 2001 in het digitale tijdperk voor plakkaat namelijk ingetreden dus voor mij nu moeilijk te vinden.
De tramtunnel is zo’n 1250 meter lang en is er voor de tram en het highrail-project RandstadRail.
Twee tramhaltes zijn er dus in deze tunnel te vinden te weten Spui en Grote Markt.
Een parkeergarage voor 375 auto’s maakt tevens deel uit van het project.
De tunnel heeft een lange bewogen geschiedenis achter de rug en wordt dan ook in de volksmond van Den Haag ook wel de Zwemtunnel of Tramtanic genoemd.
In het jaar 1996 is er begonnen met het bouwen van de tunnel en is opgeleverd in september 2004 minister Karla Peijs en de burgemeester Wim Deetman opende hem officieel in oktober 2004.
De tunnel heeft al verschillende bouwkundige prijzen gewonnen.
Op ons maakte de ondergrondse haltes een ruime open indruk één grote woonkamer zou je kunnen zeggen.
De perrons waren voorzien van een donkerkleurige parketvloer wat erg aangenaam over kwam.
Bovendien was er geen wand geplaatst tussen de sporen zodat je te allen tijde de overkant kon zien wat een veilig gevoel gaf.
Eindigend dit verslag met de woorden kwaliteit moet betaald worden was hier een goed voorbeeld van 139 miljoen Euro werd uiteindelijk 234 wie heeft het er nu nog over mensen.

Fridjof van den Berg 6 Juli 2006

 

1E THEMA AVOND AetA 25 NOVEMBER 2009
THEMA: ORNAMENT VERSUS GEEN ORNAMENT

Fransisca heet een ieder hartelijk welkom bij deze eerste thema avond en stelt de mensen voor die verantwoordelijk zijn voor de organisatie en inhoud ( te vinden in Plakkaat nummer 14 )
Verder houd zij een korte inleiding over dit moeilijke onderwerp.
Vervolgens verkondigd Friso zijn mening over het ornament of geen ornament en betrekt zijn studie in Delft hierbij
Friso stelt de voorzitter van het debat voor in de persoon van Gijs de Waal

Wessel Reinink houd als eerste een inleiding tot het ornament en geeft de zaal een 6 tal stellingen mee te weten:

1 betekenis van het ornament
2 verwijzing naar de geschiedenis
3 spanningsveld ...........ethiek
4 ritueel hoe werkt het
5 toepassing of niet
6 zinvol

Deze worden door hem nader toegelicht met de volgende korte woorden

1 verschil tussen ornament en decoratie.
als voorbeeld komt hij met de studentenflat in Den Haag van Carel Weeber
met een gevelbeeld van Peter Struyken
2 Berlage verwijst juist naar historie met de " vlakke muur "
Arthur Staal heeft juist bij een prijsvraag voor een stadhuis witte schelpen op het dak geplaatst
3 Loos zette zich af tegen het ornament
Soeters gebruikt het weer
4 Visueel effect ( schaal )
Ornament in de stad van Hans van Heeswijk
Claus en Kaan in het landschap
5 Toepassen ( kwaliteit ) talentvolle architecten goed
6 Peter Struyken oprekken van de architectuur
Wand / kolom / venster maar architectuur is de ruimte
Door decoratie wordt de architectuur rijker

Ik heb geprobeerd deze uitleg van de stellingen te begrijpen maar niet alles lukte

De voorzitter heeft dmv een geldstuk op te gooien besloten degene die munt heeft begint met zijn betoog

Hans van Heeswijk start dus

Laat de definitie zien van " ORNAMENT " uit een woordenboek en stelt dat de gevelpanelen van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam van de Franse architect Jaen Prouve volgens hem wel degelijk een ornament is zij het dat de herhaling groot is

Laat de definitie zien van " DECORATIE " uit een woordenboek en laat verschil-lende voorbeelden zien zoals
* vlaggen bij een opening van een gebouw
* stuk uit de krant van Abraham de Swaan getiteld " Het smaakdictaat dat alle decoratie uitbant, leeft nog voort "
* Mauritshuis van Jacob van Campen
* Paleis op de Dam
* Amstelhof in Amsterdam ( hoe kan het anders )
* Adolf Loos
* Een boek met de titel " Bouwkunst in de stad en land " laat voorbeelden zien dmv foto's en tekst wat goed en slecht is volgens de schrijver
Herman van der Kloot Meijburg
* Mies van der Rohe Seagram
* Philip Johnson
* Het Post Modernisme van Robert Venturi
* Michael Graves zijn kantoorgebouwen
* Herzog & de Meuron een tweetal voorbeelden ( zijn zeer goede voorbeelden volgens Hans )
* Dorpsbeeld van een kerktoren als icoon van een dorp / stad
* Station Blaak, wat volgens Michiel Cohen een optische agressie is
* Damrak vormgeving
* Geluidsschermen is er ooit een goed scherm gemaakt vraagt Hans zich af
* Disneyland
* De grillen van een Bugatti of de

* ORNAMENT IS OPSMUK EN DECORATIE
* DECORATIE WEG IS ZIJN UITEINDELIJKE CONCLUSIE
Joris Molenaar geeft nu zijn visie op de vraagstelling

Begint met een verklaring " De onvermijdelijkheid van het ornament "
Verder geeft hij de zaal een aantal volzinnen mee te weten

* " Ornament is onvermijdelijk bij de waardering van een gebouw "
* Een gebouw communiceert door ornament, het is de drager van de boodschap
* De eigenaar, de gebruiker , de beschouwer allen herkennen in het ornamentale het karakter van een gebouw
* Het museum Alte Pinakothek in München van de architect Leo von Klenze geeft volgens Joris structuur en textuur aan
* Het museum Neue Pinakothek in München van de architect Stephan Braunfels vormt een groot contrast met de Alte Pinakothek
* De uitbreiding van het museum Brandhorst in München van de architeceten Sauerbruch hutton eveneens gelegen nabij de Alte en Neue Pinakothek
daarbij is het accent gelegen op kleur en textuur

Zijn conclusie is dan ook ORNAMENT zinvol
Na deze twee architecten werd het woord gegeven aan Abraham de Swaan de
universiteitshoogleraar sociale wetenschap aan de Universiteit van Amsterdam sinds 2002 en vanaf 2007 emeritus.

* Hij begon zijn betoog met te vertellen dat er een verbod moet komen op het Nederlandse levenslied.
* Het populisme viert hoogtij met zinnen als "Smaaknormen opleggen" en "opleuken "
* Het Centraal Station en het Rijksmuseum zijn gruwelijke voorbeel- den van het ornament
* De IKEA in Amsterdam Zuid Oost ( 1985 ) geen ornament

Overigens bracht deze emeritus de zaal zo nu en dan behoorlijk aan het lachen met zijn stekende opmerkingen

Als laatste komt hij met de verassende conclusie dat hij
ORNAMENTEN niet zo leuk vind
------------------------------------------------------------------------------------------

Aan de zaal wordt gevraagd te reageren op het thema van deze avond en de inbreng van de inleiders

Ik heb slechts een paar reacties kunnen opschrijven omdat naar mijn mening teveel door elkaar werd gesproken en de voorzitter niet echt de discussie in de hand had.
Opmerkelijk was ook dat de discussie niet echt naar het thema toekwam wat natuurlijk buitengewoon jammer was.
Cees Brandjes heeft het een aantal keren geprobeerd het in die richting te krijgen maar helaas.

Volgens Hans Davidson bestaat het ORNAMENT wel degelijk.

Cees Brandjes vond dat we het ORNAMENT wel missen in de stad

Joris Deur veel wordt uiteindelijk mooi

CONCLUSIE van het debat

Het is een goede zaak dat er nu eindelijk binnen AetA debatten plaatsvinden zoals deze avond.

Hans en Wessel hadden inhoudelijk veel werk gemaakt van hun bijdrage

Joris had zich niet echt goed voorbereid op dit thema vond ik

De voorzitter had de discussie niet echt in de hand

Een ieder sprak voor zich en hield zich niet aan het thema

 

opgemaakt: Fridjof van den Berg 11-12-2009

NB het is voor mij erg moeilijk geweest om van deze avond een verslag te maken omdat het naar mijn mening erg persoonlijk geworden is

Bijgaand aan dit verslag nog een aantal zinnen van studenten welke ik in de 32 jaar dat ik Faculteit Bouwkunde Delft werkte heb verzameld
In de volgende plakkaten zal ik nog meer van deze zinnen publiceren het is immers de moeite van het lezen waard
De zinnen komen voort uit scripties dan wel motivaties en toelichtingen op plannen en bij het schrijven van PVE's

U zult versteld staan wat er zoal geschreven wordt en bedenken dat deze mensen ( architecten-stedebouwers-bouwtechnologen-bouwmanagers )
in de toekomst uw collega's worden en mogelijk zelfs opdrachtgever.

Zelf heb ik op 10 oktober jl met pijn afscheid genomen van dit fantastische instituut.
Dat moet als je 65 jaar bent geworden van de overheid dus mag je niet zelf bepalen als je nog met veel plezier les geeft wanneer je wilt stoppen
Overigens wordt ik in het voorjaar gewoon weer gast docent.

Er gaat een sterke voorkeur uit naar de cirkel die vanwege een duidelijk middelpunt refereert naar het atelier met daaromheen het minderwaardige.

Om de natuur in het middelpunt te waarborgen wordt het serene meertje in een grote boog ontweken door de hoofdweg waaraan de woningen op de duinen gepositioneerd staan, elk wijzend naar het centrale punt.

De liften gaan alleen beneden wat over het algemeen handig is daar je dan niet eerst omhoog gaat en daarna pas omlaag, alleen wil je toch omhoog ( vanaf een verdieping ) dan zal je eerst naar beneden moeten.

De uitstraling van het complex moet enerzijds klassiek zijn, bijvoorbeeld een doktersvilla, maar ook imponerend zoals de oude TU-gebouwen.

De bescheidenheid van de bedrijfinstelling, gecombineerd met de zakelijkheid van de branche moet echter terugkomen in een sobere uistraling van het gebouw.

De beeldenroute raakt telkens een kavel aan. Dit spel van aanraken en de diverse positionering van de woningen zorgen ervoor dat er verschillen qua privacy ontstaan.?

EXCURSIE AetA 12 DECEMBER 2009 IN AMSTERDAM
CONSERVATORIUM
HERMITAGE
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
CONSERVATORIUM

Heel wat leden hadden zich bij Monique aan gemeld voor de excursie zo te zien.
Het conservatorium van Frits van Dongen zou als eerste aangedaan worden
Vanaf de van Baerlestraat ( het oude RPS gebouw ) is het Sweelinck conserva-torium verhuisd naar het Oosterdokseiland ten oosten van het Centraal Station en zit daar nu sinds maart 2008.
Alvorens wat te zeggen over het gebouw is het raadzaam om een artikel uit 2004 nr.5 " Plan Amsterdam " met als thema het Oosterdokseiland van de stedebouwer Hans van der Made van de dienst DRO Amsterdam te raadplegen.

Het masterplan voor het Oosterdokseiland is ontworpen door Erick van Egeraat Associated Architects en heeft een radiale opzet gericht naar het oosterdok en met een ensemble van grote bouwvolumes waarin en mix van programma's zijn ondergebracht zoals Cultuur / Werken / Winkels / Wonen en Ontspanning.
Voor dit masterplan zijn een 12 tal architecten uitgenodigd uit binnen en buiten-land welke moeten zorgen voor een mix aan architectuur.
Frits van Dongen heeft kavel 5 voor zijn opdrachtgever Stichting Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten beschikbaar gekregen met voor de deur het nog te maken Cultuurplein.
Aan de westzijde van zijn kavel ligt de Openbare Bibliotheek Amsterdam van Jo Coenen, een bezoek zeker waard ,en aan de oostzijde komt de transformatie van het voormalige districtspostkantoor van Piet Elling ( 1897-1962 ) door Erick van Egeraat ( afwachten wat dat wordt )
Het programma voor het conservatorium is zeer complex enerzijds door de smalle kavel en anderzijds de geluidsbelasting van de omringende omgeving ( sporen )
Er zijn een 5 tal zalen gevraagd voor verschillende uitvoeringen,leslokalen, studielokalen, foyer annex kantine, bibliotheek,collegezaal en kantoren tezamen zo'n 16.000 vierkante meter bruto.

Eric Thijssen van de CIE heet ons welkom in de " Bernard Haitinkzaal " ( 400 zitplaatsen ) om in het kort iets te vertellen over het gebouw.
De zaal waar we nu inzitten heeft ramen waardoor het daglicht naar binnen kan treden wat zeer uitzonderlijk is voor een concertzaal.
De gebruiksruimten van het gebouw liggen in het hart met daaromheen de verkeersruimten gesitueerd het zogenaamde Engawamodel
Dit heeft als voordeel dat de geluidsbelasting van buiten deels wordt tegen-gehouden en bovendien ziet men vanaf de straat volop bewegende beelden van de gebruikers
Deze verkeersruimtes zijn van vloer tot plafond geheel uitgevoerd in zonwerend glas en de smalle schuin geplaatste ramen zorgen voor de natuurlijke ventilatie wat een bijzonder beeld oplevert zowel in ex als interieur
Inmiddels is Frits ook binnen gekomen en kan de rondleiding beginnen in een tweetal groepen.

Via het trappenhuis welke in het hart van het gebouw ligt lopen we naar de 8e verdieping, onderweg steeds maar weer genieten van het schitterende uitzicht op de stad en het Ij.
In de studieruimtes welke aan de gangen zijn gesitueerd kunnen studenten
ongestoord studeren en krijgen tevens voldoende daglicht via de glazen gevel.
Eric vertelde onderweg nog een verhaal over een voorstel van de CIE voor het kleurgebruik in de studieruimtes gerelateerd aan de hoge en lage tonen in de muziek.
De leiding was niet echt gecharmeerd van het voorstel maar via veel overleg is het voorstel er uiteindelijk toch gekomen
Voor de zalen waren er ook nog voorstellen gedaan één daarvan zou belegd worden met stalen platen .........dat ging toch echt te ver en is er ook niet gekomen.
Vanuit de gang aan de oostzijde was het treurige gebouw van Elling zichtbaar ( in deze situatie althans ) waarop Tijmen Ploeg opmerkte dat straks al het travertin van de gevel wordt verwijderd ?????? ( Cradle to Cradle )
Weer afdalen via het goed beloopbare trappenhuis naar de Amsterdam Blue Note, de jazz / popzaal voor zo'n 200 zitplaatsen
Wat een sfeer deze zaal goed van proportie en materialisering
De wanden opgebouwd uit grote panelen van strekstaal met daarachter de verlichting in de vorm van blauwe TL buizen
Boven het podium is een heel kunstzinnige klankkaatser aangebracht
Konden helaas niet horen hoe door de studenten hier gespeeld zou worden
De materialisering van het gebouw heeft een groet mate van ruwheid in zich
Schone beton in het zicht op veel plaatsen en ongeschaafd hout voor sommige wanden en plafonds
Bij het trappenhuis is het plafond voorzien van strekstaalmatten hangend aan een systeem van strippen bedacht om de installaties voor het oog te onttrekken
We nemen afscheid van beide heren en de voorzitter Rens Schulze bedankt hun ook namens de leden voor de bijdrage die zij geleverd hebben deze middag

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
HERMITAGE

Het Ouden Vrouwen Huys welke vroeger verschillende namen heeft gehad en vanaf 1953 Amstelhof heette heeft een lange geschiedenis gekend
Het is in 1681 in door de diaconie van de Gereformeerde (later: Hervormde) Gemeente in monumentale classicistische stijl gebouwd als tehuis voor hulpbehoevende bejaarden (aanvankelijk alleen vrouwen, vanaf 1719 ook voor mannen)
De vermoedelijke bouwmeester was de stadstimmerman ( wat een prachtig woord voor een architect ) Hans Janszoon van Petersom
Het gebouw heeft aan de Amstel een gevellengte van 102 meter en was toendertijd de langste gevel van Amsterdam
Opvallend in deze Amstel gevel is de strenge symmetrie met in het midden een monumentale ingang met stoep en daarboven bij de daklijst een Timpaan.
Dit was volgens de burgemeester erg belangrijk want het gaf het gebouw allure.

In 1683 was het gebouw gereed na 16 maanden bouwen en bood plaats aan zo'n 400 vrouwen.
Karakteristiek voor het gebouw is de strenge symmetrische plattegrond met zijn grote binnenplaats en aan de Amstelzijde de kerkzaal + regenten-en regentessenkamer
De kerkzaal was de belangrijkste ruimte in het Amstelhof daar vonden de kerkdiensten en maaltijden werden er geserveerd.
Veel is er tijdens de eeuwen heen verbouwd aan het Amstelhof waar alleen eerst vrouwen woonden en later dus ook mannen en echtparen.
De hele grote verbouwing naar een verpleeghuis vond plaats in de vorige eeuw tussen 1970 en 1979 door het architectenbureau Van Woerden Schender Duermeijer.
Een onderdeel van deze verbouwing was het dichtzetten van de twee binnen-hoven gezien het omvangrijke programma wat erin moest.
Het slopen van de achtergevel werd noodzakelijk om er een nieuwe goed toegankelijke entree te maken.
Mien Ruys heeft toen de omringende tuinen alsmede de grote binnenplaats vorm gegeven
De Hervormde Gemeente, eigenaar van het Amstelhof , wilde het verpleeghuis verhuizen naar een andere locatie omdat het niet langer geschikt was voor verpleging en heeft het in 1999 aan de Gemeente Amsterdam overgedragen met als eis dat het gebouw een culturele bestemming dient te krijgen.
En zo geschiedde het dat de Gemeente het gebouw ter beschikking stelde aan de Stichting Vrienden van de Hermitage.
Ernst Veen directeur van De Nieuwe Kerk en de nieuwe Hermitage Amsterdam reisde in 1991 naar Rusland om kennis te maken met de directeur van de Hermitage in Sint Petersburg.
Er zijn uit dit contact in de Nieuwe Kerk een viertal tentoonstellingen georganiseerd met werken uit de Hermitage.
De contacten waren zo goed dat Ernst Veen voorstelde om het Amstelhof te bestemmen als een dependance van de Hermitage uit Sint Petersburg welke zo'n 3 miljoen kunstvoorwerpen bezit.
Dit voorstel werd met open armen ontvangen ook al vanwege het fraaie gebouw op een prachtige locatie aan een rivier evenals in Sint Petersburg
Deze stichting zal van 2004-2009 het gehele gebouw gaan verbouwen tot tentoonstellingsruimte met een totaal oppervalk van 15.000 vierkante meter BVO
Grappig is te vermelden dat de laatste bewoners, dus tijdens de verbouwing, in maart 2007 zijn vertrokken naar 2 nieuwbouwprojecten in Diemen en Nieuw Vennep.

Met Hans Wolff, verantwoordelijk voor het lichtontwerp voor de huidige tentoonstelling, en nog een paar leden zijn we een wandeling gaan maken door de tentoonstelling.
De plattegrond van het complex is heel helder van opzet waarbij de verkeers-ruimten worden bereikt vanuit de entree en de 4 hoek trappenhuizen
Deze trappenhuizen, uitgevoerd in Hans van Heeswijk bekende glazen trappen, zijn op vele plekken goed te zien door de lange zichtlijnen en het daglicht.
Vanaf de begane grond zijn de voormalige 2 binnenhoven welke in 1970 nog dichtgezet waren door Hans weer opengebroken en ontstaat daar een zeer
aangename hoge ruimte welke voorzien is van een lichtstrook in het dak maar bij deze tentoonstelling helaas gesloten is.
In deze 2 ruimten zijn de tentoongestelde objecten goed te bekijken vanwege de ruimte eromheen wat heel plezierig is
De kabinetten ( de oude kamers ) zijn voor deze tentoonstelling thematisch ingericht en geven een goed beeld van het Russische hof.
Zowel de inrichting als verlichting van deze kabinetten en de tentoonstelling zelf zijn door Evelyne Merx ( interieur ) alsmede Hans Wolff ( licht ) buitengewoon inspirerend vorm gegeven.
De vier kamers en de Kerkzaal grenzend aan de Amstelzijde zijn in oude luister hersteld
In de kamer " Geschiedenis van de Hermitage " zijn in de houten vloer de platte-gronden ingelegd van de Hermitage in Sint Petersburg en die van Amsterdam wat een aardig beeld oplevert van de enorme schaal verschillen
Een drietal grote nieuw ontworpen luchters hangen nu in de kerkzaal wat ik persoonlijk niet echt in de sfeer van deze ruimte vind passen
Op oude foto's van deze kerkzaal ( via beeldbank stadsarchief amsterdam ) zijn de luchters goed te zien en passen daar goed bij
Hans vertelde ons nog dat hij hoog in de 4 trappenhuizen computergestuurde lampen heeft aangebracht welke sfeer moet aangeven in de periode van het jaar
Als voorbeeld was het licht nu paars / roze getint en met koninginnedag oranje ( weet niet of hij nu een grap maakte )

Inmiddels met z'n allen naar het auditorium gegaan waar de leden van AetA en de BNA kring Amsterdam zich hadden verzameld om de voordracht van de architect te kunnen bijwonen
Hans heeft een inhoudelijk goede korte lezing gegeven vanaf het prille begin van het Amstelhof tot het heden
De beelden die hij bij zijn verhaal liet zien van met name de verbouwing uit 1970 en de sfeerbeelden van het verpleeghuis in gebruik waren overtuigend
Ook liet hij ons in fases zien hoe de bouwwerkzaamheden verliepen
Heel belangrijk in het werk van Hans is en blijft daglicht en soberheid wat in mijn ogen uitstekend gelukt is.
De nieuwe entree welke nu aan de Amstel is komen te liggen (de voormalige "Ossenpoort " , was de ingang vroeger voor de leveranciers ) is een verhaal apart.
Om deze ingreep te kunnen maken moest de ruimte onder de stoep verhoogd worden wat geen eenvoudige ingreep bleek
De straat moest namelijk daar verlaagd worden om de hoogte te kunnen halen en daarvoor moesten dus ook de kabels en leidingen verlegd worden
Bovendien moest de bestrating tussen de beide grachten opnieuw aangebracht worden daardoor
Ook heeft de Hermitage het voor elkaar gekregen om de woonboot welke voor de entree aan de Amstel was afgemeerd daar weg te krijgen ( tegen vast een aardige vergoeding ) om via het water makkelijk bij het museum te komen.
Als men de poort doorloopt komt men op de grote binnenplaats welke door de landschap architect Michael van Gessel op een heel sobere wijze is ingericht reagerend op de sobere gevels van deze ruimte
De route door deze binnenplaats wordt gescheiden door twee grasvlakken welke iets verhoogd liggen zodat je als bezoeker even op de natuurstenen rand kan genieten van deze serene sfeer.
In de grasvlakken zijn de oude kastanjes bewaard en zijn er nieuwe vleugelnoot-bomen opnieuw gepland
Voor Hans was deze klus een enorme uitdaging en zonder het goede teamwerk was deze verbouwing nooit gelukt.
Op 11 december 2009 , dus een dag eerder als de excursie, heeft de stichting Vrienden van de Hermitage en de architect Hans van Heeswijk de " Geurt Brinkgreve Bokaal " ontvangen

" De bokaal, in het leven geroepen door wethouder Tjeerd Herrema van Volkshuisvesting en Monumenten, is bedoeld voor het beste initiatief op het gebied van herontwikkeling of renovatie in de bestaande (woning)voorraad "

De toelichting op deze prijs was:

" Stichting Vrienden van de Hermitage heeft op 11 december jongstleden de Geurt Brinkgreve Bokaal gekregen voor het beste initiatief op het gebied van renovatie of herontwikkeling in Amsterdam.Architect Hans van Heeswijk transformeerde het voormalige zeventiende-eeuwse verzorgingshuis Amstelhof tot Hermitage Amsterdam, waarbij hij het bestaande gebouw met groot respect heeft behandeld en in haar waarde heeft gelaten.

Geurt Brinkgreve(1917-2005) kwam zo’n 50 jaar geleden al op voor behoud en herstel van de historische binnenstad van Amsterdam. Hij streed tegen verkrotting en de tijdgeest ‘platgooien en nieuwbouw neerzetten’. Dat deed hij in woord (als gemeenteraadslid) en daad (als oprichter van NV Stadsherstel). Zijn naam past dan ook goed bij een prijs voor herontwikkeling en renovatie van bestaande gebouwen
Na deze inspirerende excursie wil ik de mensen van de organisatie nog bedanken voor hun inzet en uiteraard ook de sprekers en rondleiders.

opgemaakt: 16 december 2009 Fridjof van den Berg

 AetA EXCURSIE BELGIË 9 T/M 11 APRIL 2010

Het eerste project van de was gelegen in Gent
Het waren een tweetal productiestudio's, welke gelegen waren aan de Bijloke-site
voor het dansgezelschap "Les Ballets C de la B en voor de muziektheatermakers LOD "
Het ontwerp is van de Belgische kunstenaar / architect Jan de Vylder, eveneens uit Gent
Hij won in 2009 voor dit onrtwerp de " Belgium Building Award " in de categorie residentieel gebouw

 Jan was samen met zijn zoon aanwezig om ons het een en ander te vertellen over zijn ontwerp
Dit project was voor Jan en zijn buro de eerste grote opdracht na talloze kleinere opdrachten
De Vlaamse Gemeenschap ,de provincie Oost Vlaanderen en de stad Gent willen van het voormalige
hospitaal terrein een kunst en cultuur park maken.
De bestaande grote gebouwen waren heel erg versnipperd over het terrein en was voor Jan aanleiding
om niet ėėn gebouw met twee zalen te ontwikkelen maar een tweetal.
Reden hiervoor was dat zowel Les Ballets C de la B als het LOD ieder hun eigen plek kregen
Stedenbouwkundig liggen de twee gebouwen aan de rand van het terrein nabij de Bijloke-site
Het gebouw wat we bezochten lag aan deze belangrijke route vanuit de stad
Door programmatische redenen ( repetitie ruimte lag iets verhoogd t.o.v. maaiveld ) was er aan deze
route van de activiteiten niets te zien............jammer een gemiste kans.
Het andere gebouw lag iets terug van de rooilijn en daar ontstond een kleine ( op dit moment ) openbare ruimte.
Deze ruimte wordt in de toekomst opgevuld met een glazen cilinder met als functie een foyer voor beide gebruikers
Vanuit deze ruimte kon je naar het tweede gebouw door een smalle doorgang waarbij de verrassing groot was
Deze opzet was kenmerkend voor het stedenbouwkundige aanpassing in dit gebied
Smalle doorgangen langs bestaande gebouwen zodat er een kleine stad geïntroduceerd werd

Ik zou de architectuur stroming van deze architect, op het eerste gezicht, willen onderbrengen in de categorie " LUDIEK "
Maar bij nader inzien en vooral bij het verhaal van Jan is het allemaal behoorlijk serieus.
Zelf zegt Jan , dat er in zijn projecten veel humor te vinden is
Een voorbeeld van deze humor was te vinden in het gebruik van ruwbouwmaterialen als afwerkmateriaal
Ook nog een aardig detail was de eerste steenlegging,in dit project was dat de " laatste steenlegging "
Symbolisch heeft hij enkele bakstenen in de beton verwerkt omdat hij op de bovenste bouwlaag
geen bakstenen meer nodig had
Over de werkwijze voor dit project verteld Jan dat hij eerst een boek maakt met een analyse van het terrein
om te ontdekken dat het gebouw met twee opdrachtgevers niet in een gebouw kan maar twee gebouwen
De eerste indruk die je krijgt van de gevel zodra je het gebouw binnengaat is de hoeveelheid materialen
die toegepast zijn....een soort patchwork
Er is zoveel aan te ontdekken dat je werkelijk ogen tekort komt.
Hieraan is dus duidelijk te zien het oneigenlijke gebruik van materialen
Door deze werkwijze zijn er verrassende resultaten geboekt aldus Jan
Jan vertelde dat er een podiumtechnicus was die eigenhandig een hybride trap ontwierp, tijdens een bouwstop,
met standaard trapstijlen en planken leuningen
Jan heeft geen moeite met de inbreng van vele actoren die een mening hebben over het plan of dat nu de
opdrachtgever de financier of de gemeente is het wordt door het team van Jan op een artistieke manier verwerkt
Voor mij persoonlijk waren de verrassingen van het exterieur opmerkelijk met name toch de gevelopbouw
wat goed te zien op de foto's

Fridjof van den Berg 13-5-2010

AetA EXCURSIE HAARLEM 19 MAART 2011
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Om 12.30 uur vertrekken we met zeker 35 leden op voor het merendeel OV fietsen vanaf het heringerichte stationsplein met zijn monumentale station ( 1906 ) van de architect Dirk Antonie Margadant ( 1849-1915 ) met zeer mooi fietsweer.Voorop natuurlijk de organisator Adriaan Mout ( 1959 ) die ons naar het eerste project voerde "De Korrels" gelegen aan het bolwerk op de Schotersingel naast het museum Dolhuis ( oude pest en dolhuis ). Een 3 tal corten stalen korrels (9 woningen ) liggen verdiept in het bolwerk en passen zich geruisloos aan aan hun omgeving.De gevels en het dak zijn geheel bekleed met het cortenstaal wat in detail geraffineerd is opgelost Het ontwerp is van het buro Abbink de Haas
( Angie Abbink 1968 en Micha de Haas !964 ) wat met hun project bij de Smaaktest Haarlem ( 16 maart 2011 ) in de top 3 zijn geeindigd.
 Niet ver daarvandaan belanden we bij het "Drosteterrein" gelegen voor een deel aan de rivier het Spaarne en is onderdeel van het gebied Waarderpolder Zuid-West en ten oosten nog begrenst door de Thorbeckebuurt ooit gebouwd voor de fabrieksarbeiders en thans geheel opgeknapt. Als ik hier rondloop moet ik denken aan de chocoladeflikjes van Droste welke in een achtkantige koker verpakking zat..Dat waren lekkere ronde chocolaatjes met een bolle en platte kant en is ver-noemd naar de uitvinder Casper Flick die in 1745 een chocoladefabriek begon in de nes in amsterdam maar dit terzijde.We werden opgewacht door de stadsbouw-meester van Haarlem Max van Aerschot ( 1952 ) die ons de procesgang van dit gebied zou vertellen. Max voor deze gelegenheid in een bijzondere outfit heette ons welkom op deze zonnige dag aan het Spaarne. Het gebied moest heront-wikkeld worden voor wonen, werken, cultuur en uitgaan. De industriële monumen-ten zoals chocoladefabriek Droste moesten behouden blijven. Droste verhuisde overigens naar Vaassen in Gelderland. Een stedenbouwkundig plan werd opge-steld door DKV uit Rotterdam. Hun plan ging uit van restauratie van de monumen-tale bebouwing en hergebruik van de fabrieken met toevoeging van een aantal nieuwbouw-blokken.Het buro van Alle Hosper ( 1943-1997 ) was verantwoordelijk voor de inrichting van de openbare ruimte. Verschillende architectenburo's hebben hun bijdrage geleverd voor dit gebied zoals MIII, AenI en Max van Aerschot. Max zelf heeft de silo van architect W.Ph. van Harreveld gebouwd in 1959 welke aan een drukke weg ligt opgetopt met eenzelfde volume tot een woon / werk toren welke tevens als geluidsscherm voor het gebied functioneert. Opvallend in het gebied is verder de hoge dichtheid die als uitgangspunt diende. Op mij kwam de sfeer van schaal materiaal-gebruik en kleur heel goed over.Misschien deed de zon daar wel goed aan mee. Kortom een gebied wat ZEER de moeite van een bezoek waard is.De info die Max verder vertelde verzande naar mijn mening in een bekend verhaal namelijk dat er zo nu en dan OORLOG is in het gehele proces voortgang.Later op de dag zou Max nog een uitleg geven over zijn functioneren als stadsbouwmeester in het ABC van Haarlem.
Vervolgens werden we verrast met het project "de Lichtfabriek" gevestigd in ver-vallen gebouwen van het voormalige Energie Bedrijf Haarlem nabij de voormalige Droste fabriek.Het stedenbouwkundig plan voor dit gebied werd door Max van Aerschot opgesteld en ging uit van handhaven van de oude gebouwen met een schil rondom van nieuwe gebouwen en woningen.Een viertal ondernemers van een verschillend pluimage staken de koppen bij elkaar en hadden plannen ge-smeed om in de oude gebouwen creatieve en inspirerende bedrijfshuisvesting in een culturele ambiance te plaatsen.Deze werden voorgelegd aan de gemeente en die zagen daar wel wat in. Denk daarbij aan de ontwikkeling van het Westergas-fabriek terrein in Amsterdam. De hallen zijn wat betreft het interieur op een simpele wijze opgeknapt zodat een rijke programmering kan plaatsvinden.Het exterieur valt nog heel veel aan te doen.Voor het project is er geen subsidie beschikbaar dus alles moet komen uit de verhuur. Het is een grote speler geworden in de uitgaans-cultuur van Haarlem en omgeving.De nieuwe schil krijgt volgens de plannen hoog-waardige nieuwbouw ( wat een kreet ) zoals bedrijfsruimtes en kantoren voor een deel gerelateerd aan de culturele en creatie-ve sector.Bekende architecten zullen hun bijdrage hier aan leveren zoals Bjarne Mastenbroek ( 1964 ) van Search, MIII uit Rijswijk Leendert Steijger ( 1961 ) en Max van Aerschot. Tussen de schil en de nieuwbouw ontstaan pleinen welke in maat refereren aan pleinen in Haarlem. Het maaiveld inrichting wordt verzorgd door CH & Partners uit Den Haag.Er moet dus nog heel wat gebeuren in dit enerverende gebied vol bruisende ideeën.

In een lange sliert fietsen we nu ( sommige fietsen weinig wat goed te zien is ) de binnenstad in richting het oudste hofje van Nederland uit 1395 het Hofje van Bakenes. Naast dit hofje heeft Henk Döll ( 1956 ) van Mecanoo architecten en Joost Swarte de graficus / cartonist ( 1947 ) het "Johannes Enschedé Hof" in 2007 gerealiseerd. Het oude hofje met zijn typisch woonconcept diende als inspiratie voor het nieuwe volgens Henk die ons uitvoerig verslag deed van zijn ontwerp.Het nieuwe hofje bestaat uit 10 woningen, 8 voor vrouwen ouder dan 65 jaar en 2 voor bejaarde stellen.De binnentuin van het nieuwe hofje was goed op de zon georiën-teerd en was in schaal heel aangenaam. De gevels waren uitgevoerd in western red cedar en verticaal aangebracht waardoor de ruimtewerking van het hofje nog beter tot zijn recht kwam.Verschillende elementen in dit plan waren door Joost ontworpen zoals het glas in lood raam te zien in de Korte Begijnestraat waar ook een aantal kleine vierkante vlakken op het metselwerk waren aangebracht wat een vreemd effect gaf.Ook in de steeg een verrassend hekwerk van massief aluminium plaat waarin uitgefraisd was een grafische voorstelling van huisjes.Verder zag je vanuit de binnentuin een hekwerk wat Joost ook had gemaakt met de hem zo bekende grafische figuren.
We vervolgden onze fietstocht langs het Spaarne in zuidelijke richting. Het project wat we op het einde van de dag zouden bezoeken was vanaf de oostkant van het Spaarne goed te zien met zijn markante woontoren van de architect Thijs Asselbergs ( 1956 ).Op sommige plaatsen is deze rivier bijzonder breed in vergelijking met de Amstel en heeft heel bijzondere stukken natuur en bebouwing.Veel fietsers natuurlijk op deze lentedag te zien.Opeens was daar de wijk Schalkwijk uit de jaren 60 zichtbaar. Het is het grootste stadsdeel van Haarlem en beslaat zo'n 25% van geheel Haarlem.Tussen het Spaarne en Schalkwijk ligt een groene gordel waar het project "Paswek" van de architect Herman Hertzberger ( 1932 ) gelegen is.Uit een besloten prijsvraag werd het stedenbouwkundige plan van Herman en
Atelier Quadrat uit Rotterdam gekozen.Quadrat heeft de buitenruimte ontworpen.
De buitenruimte onderscheidt twee milieus, binnen en buiten de hoven wat goed te zien is in de aanpak van de beplanting. Het project telt 119 woningen ( 78 patio woningen en 41 grachtenpanden en herenhuizen, wat een kreet echt makelaars taal ) en heeft in zijn stedenbouwkundige setting de kwaliteiten uit het omliggende landschap behouden.Alle huizen zijn georiënteerd op het zuiden wat bijzondere gevels en serres opgeleverd.De gevels van de hoven zijn grafisch zeer verzorgd zowel in materiaal, kleur en schaal. Parkeren in de gehele wijk vind niet plaats op maaiveld maar vind ondergronds plaats in een van de gebouwen.Een minpunt in het project is de golvende lijnen van het dak ( gras ) aan de randen van de blok-
ken.Het maakt de grafische lijnen in de gevels er niet sterker op. Was de eerste golvende lijn van Herman niet in het ontwerp van het Chasse theater in Breda wat een verantwoorde lijn was naar mijn mening.
Nog onder de indruk van het project van Herman fietste we weer verder richting Tuinwijk Zuid waarbij we onderweg aan het Spaarne een heel bijzondere villa tegenkwamen.Een villa met veel stijlkenmerken zoals de Amsterdamse school en de Wright stijl.Het ontwerp van architect C.Mesman dateert van 1928 en is in 1930 gebouwd in een betonnen casco en door de beeldhouwster Alida Johanna van Waveren Scheltema voltooid.Het is een monument van de gemeente Heemstede en ligt wat achteraf waardoor de villa een wat geheimzinnige uitstraling heeft volgens het bord van de ANWB.
Na deze merkwaardige villa in al zijn pracht en praal door naar de eenvoud van de architect Johannes Bernardus van Loghem ( 1881-1940 ) in "Tuinwijk Zuid".
Tuinwijk Zuid is gelegen tussen het Spaarne en de Haarlemmerhout en aan de zuidzijde van Haarlem grenzend aan Heemstede.De architect van Loghem had in 1920 de stedenbouwkundige opzet gemaakt waarbij de 2 semi openbare tuinen in zijn plan waren opgenomen. Leonard Springer ( 1855-1940 ) de landschaps-architect had voor dit gebied in 1900 kavels getekend voor vrijstaande villa's en kavels voor huizen met 2 of meer woningen onder een kap.Deze kavels werden door hem in een park gesitueerd.Dit verklaart waarom er zoveel groen in het plan van van Loghem is opgenomen. van Loghem liet zich inspireren door de voor-vechters van het Tuinstadideaal zoals Ebenezer Howard 1850-1928 ) en William Morris ( 1834-1896 ). Dat ideaal hield o.a. in dat de architectuur niet alleen de functie van huisvesting is maar ook een gezonder en gelukkiger levensperspectief te verwachten is. Het gebied herbergt in totaal 86 eensgezinswoningen ( toen heette het nog niet zo ) verdeeld over 2 L vormige blokken met dus de prachtige binnentuinen welke door poorten te bereiken zijn.In 1978 werd het gehele complex terecht een Rijksmonument. Het straatbeeld werd gedomineerd door de balkons ( in de oorspronkelijke rode kleur en afgezet met gele randen ) de dakterrassen
met hun pergola constructie en de verholen entree's van de woningen.In 1990
-1992 is het complex groots aangepakt in de zin van onderhoud en restauratie wat goed te zien was stond er goed bij.De organisator van deze excursie de architect Adriaan Mout woonde zelf in één van de huizen zodat we met z'n allen door zijn huis konden banjeren.Voor die tijd een groot huis met maar liefst 5 kamers over 3 bouwlagen. Een kleine tuin bij zijn huis afgescheiden door heggen welke overging in de gemeenschappelijke binnentuin.Daar waren een aantal bewoners ( vrouwen)
met snoeischaren bezig de gemeenschappelijke tuin te onderhouden.Nog een anekdote over van Loghem ......zijn grootste ideaal was een stad te bouwen op socialistische grondslag.Hij werd in 1926 uitgenodigd om in Siberië de mijnstad Kemerovo te bouwen wat uiteindelijk ook gelukt is.Rudolphine Antoinette Eggink (1951) is gepromoveerd op van Loghem en woonde een tijdlang in een van de huizen.Godfried Bomans schrijver / publicist ( 1913-1971) woonde van 1943 tot 1961 ook in dit project.
Richting de stad komen we aan bij het monumentale zorgcomplex"Spaar en Hout"
Een voormalige buitenplaats met een rijke geschiedenis die terug gaat tot 1641.
In de analen van Spaar en Hout valt nog te lezen dat in 1814 de schrijfster Margaretha Jacoba de Neuville de buitenplaats erfde en in 1820 liet verbouwen door de architect Martinus Gerardus ( roepnaam Pierre ) de Tetar van Elven ( 1803-1883 ).Deze architect heeft een verbouwingsplan gemaakt voor de eerste verdieping tot kunstzaal in 1841 van het gebouw Arti et Amicitiae op het Rokin 112 hoek Spui in Amsterdam.Zo zie je maar weer dat er altijd verbanden te leggen zijn tussen verleden en heden immers AetA werd in dit voornoemde gebouw opgericht
in 1855 op initiatief van de architect Johannes Hermanus ( roepnaam Jan )Leliman ( 1828-1910 ).Bouwwerken verrezen, maar werden ook weer afgebroken, op dit stuk grond. In 1927 kwam het voordien op het grondgebied van Heemstede gelegen buitenplaats bij Haarlem.De tuin werd door L.A. Springer, met behoud van de oude bomen, nieuw vormgeven. Uiteindelijk werd na het slopen van bebouwing In 1930 nieuw gebouw geopend, het Doopsgezinde Rusthuis voor Bejaarden van de architect K. Jonkheid.Het gebouw heeft een U vormige plattegrond met de korte zijde aan het Spaarne georiënteerd. De twee andere benen van de U zijn naar het landschap gekeerd.Het is het oudste verzorgingshuis van Nederland en is thans een Rijksmonument. De architect Cees Brandjes ( 1952 ) stond stil bij zijn ontwerp van 2 urban villa's en een uitbreiding met intramurale zorg ( Gezondheidszorg in instellingen voor dag- en nachtverpleging )Wij kregen van hem een verhaal te horen over het "PLOOIEN" van het gebouw in zijn omgeving dus reagerend op het bestaande U vormige gebouw. Nou daar moesten we het mee doen.De voorzet gevels had hij voorzien van verticale western red cedar lamellen welke recht en gedraaid waren aangebracht.............leuke grap.Als toelichting gaf hij aan dat het vanuit het interieur heel goed werkte wat betreft inkijk van buitenaf
Inmiddels waren de gelederen al aardig verwend met fraaie projecten en een laat-ste project diende zich aan pal naast Spaar en Hout namelijk "de Mariastichting"
De mariastichting was een ziekenhuis in Haarlem voor een deel gesitueerd aan het Spaarne. Na 1989 het Spaarne Ziekenhuis en is een voormalig rooms katho-liek ziekenhuis.Eind 2004 gesloten en vervolgens op het monumentale hoofdge-bouw ,uit 1899, na afgebroken.Uiteindelijk beland het ziekenhuis in Hooddorp on-der de naam Spaarneziekenhuis.De architect van het oude ziekenhuis was
A.A.N.Bruning.In de loop der jaren was er heel wat uitgebreid en verbouwd wat heden ten dage bij vele ziekenhuizen het geval is .....hoe komt dat toch!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Op deze mooie plek tussen het Spaarne en Haarlemmerhout waar het ziekenhuis met zijn bijgebouwen dus stond zijn 385 woningen, tussen de 8000 en 10.000 vierkante meter kantoorruimte en 600 ondergrondse parkeerplaatsen gerealiseerd.Thijs Asselbergs gaf ons een korte toelichting over de planvorming.Thijs heeft in samenwerking met Bouwfonds,MAB Ontwikkeling,van Wijnen,Amvest en Faro architecten een plan ingediend onder de naam "Schatkamer aan het Spaarne".Er waren een drietal plannen ingediend,waar nog heibel over was,maar waaruit het plan van Thijs uiteindelijk werd gekozen.De ander twee waren MVRDV / Van de Ven en Mecanoo / Palmboom.Belangrijk was in de uitgangspunten voor de planvorming dat het monumentale hoofdgebouw aan de Kamperlaan gehandhaafd diende te blijven.Een heel goed uitgangspunt wat later is gebleken want de appartementen die in dit gebouw zijn gemaakt waren snel verkocht.Om het gevraagde programma te realiseren moest er een hoge dichtheid gehaald worden van 150 woningen per hectare.Stedenbouwkundig is er een hoofdas vanuit de Haarlemmerhout naar het Spaarne waaraan de woongebouwen gesitueerd zijn.
In het midden dwars op de as is er een groene ruimte die qua afmeting vergelijkbaar is met de Grote Markt in Haarlem.De woontoren van van 19 verdiepingen en 66 meter hoog bevat een 97 tal appartementen.Thijs heeft ons nog via de lift naar de 2 penthouse's gebracht om de grootte van het penthouse te zien en het enorme uitzicht wat je hebt.De gecompliceerde opdracht om op dit terrein zoveel woningen en kantoren te realiseren is op een voorbeeldige wijze opgelost in schaal,materiaal en detaillering.
En toen na een lange inspirerende dag waarbij sommige de zon in hun gezicht goed zichtbaar was reden we richting het "ABC" het locale architectuurcentrum van Haarlem waar een borrel en wat versnaperingen op ons stond te wachten.
Bovendien zou Max ons nog uit de doeken doen wat de functie van een stads-bouwmeester inhoud.Verder zou hij nog ingaan op de ontwikkelingen de komende tijd in en rond Haarlem.Max begon met de mededeling dat hij voor de uitleg 15 minuten in beslag zou nemen.Het werden er uiteindelijk meer dan 30.Kennelijk is hij niet in staat om ons na zo'n dag in het KORT daar iets over te zeggen.Simpel zou je kunnen zeggen "onafhankelijk adviseur van gemeente over ruimtelijke kwaliteit" Max volgde de stadsarchitect van Haarlem Joop Slangen ( 1960 ) in 2007 op.De titel ‘stadsarchitect’ verwijst naar de omstandigheid dat deze architecten voor korte of langere tijd, en níet voor één afzonderlijk project, hun diensten aanbieden aan een stad, in opdracht van het stadsbestuur, met als doel om in overheidsdienst goede openbare gebouwen en stadsuitbreidingen te
realiseren en het ruimtelijke beleid ten aanzien van de stadsontwikkeling in brede zin in goede banen te leiden.Een duidelijk verschil tussen de twee functies is hiervan sprake vertelde Max Nog veel meer vertelde hij over processen maar het kwam bij mij niet meer binnen.Een wel heel geslaagde fiets architectuur dag was het ,veel dank aan de organisatie. Fridjof van den Berg 25 maart 2011

 EXCURSIE AetA NOORD NEDERLAND 1-2-3 APRIL 2011
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De leden van het genootschap werden op de eerste dag van de excursie Noord Nederland ontvangen in een verbouwd complex van de Agrarische Coöperatieve Maatschappij te Beilen ( Dr ) waar DAAD architecten zich hadden gevestigd.Een heel goed voorbeeld dit complex hoe men om kan gaan met oude gebouwen. De transformatie naar een nieuwe functie ( architectenburo ) was op een respectvolle manier ontworpen en uitgevoerd. Het buro staat dan ook bekend om zijn vele
transformatie projecten.In juni 2010 heeft DAAD een initiatief genomen tot een uitgave van een cahier ( 7 ) met als titel "industrieel erfgoed / zes thema's voor hergebruik " .Onderzoek is dan ook voor DAAD een belangrijk deel van hun werkzaamheden. Daarover zal de architect Rob Hendriks ( 1964 ), één van de partners van het buro DAAD, een presentatie geven over VEENHUIZEN.

Hollands Siberiē werd Veenhuizen vroeger ook wel genoemd

Rob begint aan een zeer uitvoerig verhaal over de ontstaansgeschiedenis van dit opmerkelijke gebied.In 1822 kocht de "Maatschappij van Weldadigheid" 3000 hectare grond van de boeren van het buurtschapje Veenhuizen om er een dwang-kolonie voor landlopers, bedelaars, wezen en vondelingen te huisvesten.Er werden een drietal gestichten gebouwd waarvan er thans nog één bestaat namelijk het Tweede Gesticht.Het initiatief voor het bouwen van deze gestichten kwam van de stichter generaal Johannes van den Bosch ( 1780-1844 )In 1859 nam het rijk de gebouwen en landerijen over om er een rijkswerkinrichting van te maken.Op dat moment werden de gebouwen gebruikt voor mensen die veroordeeld waren tot een gevangenisstraf.Dus de 3 gestichten werden uiteindelijk gevangenissen.Om de gestichten heen werd een dorp gebouwd met woningen, bedrijven, fabriekjes, een kerk en zelfs een electriciteitscentrale.Ook was er eigen landbouw en veeteelt.
Veenhuizen was dus een wereld op zich en dat zou zo blijven tot de begin jaren 90 want het was immers gesloten voor publiek.In 2009 is Veenhuizen kandidaat gesteld voor de werelderfgoedlijst van UNESCO door de gemeente en provincie.
Niet bekend is op dit moment of dat ook gelukt is.Reden was ook dat er meer dan 100 rijksmonumenten staan.Deze monumenten zijn voor het merendeel gebouwd door de bouwmeesters voor Justitie Johan Frederik Metzelaar ( 1818-1897 ) en zijn zoon Willem Cornelis Metzelaar ( 1848-1918 ). Zie voor uitvoerige publicatie van deze architecten een bibliografie van Ros Floor in de BONAS reeks Rotterdam 2009.

In 2002 heeft DAAD een ontwerpstudie gedaan naar het landschap en het dorp Veenhuizen wat uitmond in "vier scenario's voor Veenhuizen het landschap als drager van nieuwe ontwikkelingen" Rob gaf aan wat de vier scenario's betekende voor het ontwikkelen van het gehele gebied.

Een tekst van DAAD uit de ontwerpstudie van 2002 zegt:
Sporen in het landschap en in de architectuur, maar ook de beleefde en overgeleverde verhalen van bijzondere voorvallen, plekken en routes vormen niet alleen informatie bronnen in het historisch onderzoek, maar bieden ook handvatten voor toekomstige ontwikkelingen. Onder invloed van recente veranderingen in functie en gebruik zijn er meer van deze sporen uitgewist dan er zijn bijgekomen

Ruilverkaveling en schaalvergroting hebben niet alleen de landschappelijke helderheid en het landgoedkarakter aangetast, maar zijn ook niet in staat gebleken cultuurhistorie aan het gebied toe te voegen. Hoewel het gebied aan leesbaarheid verloren heeft is de kracht van de complexe gelaagdheid zo groot, dat elke bezoeker van het gebied erdoor bevangen raakt.

De vier scenario's hebben elk hun eigen thema en worden toegelicht door Rob

Het eerste scenario betreft de "Tweede kolonisatie" welke in 2002 plaatsvind.Er komen nieuwe bewoners en gebruikers in het gebied die naar rust en afzondering zoeken.Het orthogonale stelsel van een zestal kavels op een afstand van 750 meter loodrecht op de hoofdvaart vormt de drager voor landschap en stedenbouw

Inderdaad bij het zien ( thuis ) van de bestaande topografische kaart valt het ortho-gonale stelsel van kavels direct op t.o.v. hun omgeving.

Het tweede scenario betreft " Bezinning"namelijk het versterken van het contrast tussen het open landschap aan de noordzijde en de beboste zuidzijde van het gebied

Het derde scenario betreft " Omsluiting "het woord dekt de lading en omsluit het orthogonale gebied met aan de noordoostzijde het het beekje Slokkert en aan de zuidzijde het Fochteloër veen.De gordel door DAAD zo genoemd bied mogelijk-heden voor bebouwing.

Het vierde scenario betreft " Matrix " hier moest ik even teruggrijpen naar de tekst uit de excursie gids Noord Nederland omdat het voor mij wat teveel werd had heel veel trek in koffie.
De ruimtelijke drager is het orthogonale grid dat, conform het plan van LNV ( Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ) Dienst Landelijk Gebied volle-dig wordt hersteld. Het systeem van wijken dooradert het gehele gebied. Het profielvan lanen en wijken,dat in breedte varieert van 15 tot 40 meter, wordt van oorspronkelijke boom beplanting voorzien en verder ingericht als natuur ont-wikkelingsgebied. Op alle ontmoetingen van wegen en water worden nieuwe bruggen ontworpen.De neutrale matrix die hiermee ontstaat, vormt de structurele basis voor de komende ontwikkelingen.
Mooier kan ik het niet zeggen toch.

Al deze scenario's zijn op overzichtelijke kaarten afgebeeld door DAAD in hun ont-werpstudie 2002.

De lezing van Rob gaf een goed beeld over de werkwijze van DAAD betreft onderzoek

En toen was er ......................een heerlijke lunch............ voor de leden klaargezet in het buro van DAAD en waar we na afloop nog het interieur van boven tot beneden konden aanschouwen.

Het volgende programmapunt was een bezoek aan Veenhuizen onder begeleiding van Rob Hendriks.Het eerste wat we te zien kregen was het " Clusterkantoor " wat DAAD architecten voor de centrale directie en administratie van de PI ( Penitiaire Inrichting ) Veenhuizen had verbouwd / getransformeerd in 2002.Het oorspronkelijke ontwerp uit 1889 was van de architect Willem Cornelis Metzelaar en heette bij de oplevering werkgesticht Nieuw Veenhuizen.Karakteristiek voor de architectuur van het werk van deze architecten is soberheid,degelijkheid en functionaliteit. Het aardige is dat we de volgende dag het werk van Rudy Uytenhaak in Groningen gaan bezoeken wat in mijn ogen een groot contrast vormt met dit clustergebouw.
Het clustergebouw is een carré vorming gebouw rond een binnenplaats.Je bereikt het binnenplaats via de zuidoostzijde naast 2 woonhuizen genaamd " Werklust ".
Veel woningen in Veenhuizen zijn voorzien van namen op de gevel zoals
" Eendracht ", " Controle ", " Orde en Tucht ", Arbeid is Zegen" en nog veel meer.
De 2 woonhuizen " Werklust " waren ontworpen voor de directeur en de onderdirecteur van het gesticht.Via de binnenplaats bereik je de vleugels rondom naar de kantoren in één bouwlaag met een zolder.De binnenplaats gevels waren op een originele wijze aangepakt wat ook gold voor de dakvlakken waar grote dakkapellen waren aangebracht zodat de hoofdopzet niet echt door de ingrepen werden aangetast.Op de begane grond waren de kantoren gehuisvest en op de zolder verdieping de open werkplekken en kantoren bij de dakkapellen en opslag.Veel was er nog te zien van bestaande elementen uit het verleden zoals de gietijzeren trappen, dakspanten e.a. details.Eenmaal buitengekomen op weg naar de bus kon je op tal van plekken in de gevel zien waar DAAD nieuwe openingen heeft aangebracht op een heel verzorgde manier.De bus maakte een rondje rond de vele gebouwen en eindigde bij het Glasmuseum.
Dat gevestigd is in de voormalige werkplaatsen van de gevangen uit 1890 ook ontworpen door de architect Willem Cornelis Metzelaar.Atelier Andre Kempe en OliverThill architecten uit Rotterdam hebben op een voorbeeldige en ingetogen wijze de werkplaatsen verbouwd tot een museum.Wat opvalt zijn met name de openingen in de gevel welke toegang geven tot de verschillende ruimtes die zij hebben voorzien van grote voorzet glasvlakken voorzien van schuif dan wel loopdeuren heel geraffineerd gedaan.Het interieur laat ook hier zien dat deze architecten veel respect hebben voor het bestaande gebouw en maken dan ook gretig gebruik van de waardevolle details als bv de houten draagstructuur e.a. details. Als laatste bezochten we in Veenhuizen het gevangenismuseum ( tweede gesticht )

Ontworpen in 1823 door Johan Frederik Metzelaar en in 2005 in opdracht van VROM verbouwd door de RGD architect Maaike Schijve en het buro Kinkorn uit Tilburg.Het museum werd door ons niet bezocht maar de belangstelling ging vooral naar het binnenterrein en de gaafheid van het gehele complex.Het museum heeft in 2009 ruim 100.000 bezoekers gehad.Dat wil toch wel wat zeggen kennelijk
boeien gevangenissen.Menig museum zou jaloers zijn op zulke bezoekers aan-tallen.Tegenwoordig zitten ongeveer 1.000 gedetineerden vast in de Veenhuizer gevangenissen Norgerhaven. Esserheem en Bankenbosch.

De aanpak van met name de binnengevels van het binnenterrein vertoonde grote gelijkenissen met het glasmuseum.Ook hier met een grote zorgvuldigheid en respect de gevels aangepakt.Met al deze indrukken verlieten wij Veenhuizen en Rob Hendriks heel hartelijk te bedanken voor zijn inzet voor AetA.

Fridjof 12-4-2011

27 JUNI 2012 AetA LEZING MERCEDES MUSEUM IN STUTTGART

De lezing werd verzorgd door Arjan Dingsté Associate Director / Senior Architect. De lezing is naar aanleiding van het bezoek aan dit museum.
Een aantal leden deed mee in oldtimers aan de tour "AetAutobahn" maart 2012 Ook hebben we het Porsche museum van de architecten Delgan Meissl bezocht eveneens in Stuttgart

Vooraf aan de lezing zullen beelden van het museum te zien zijn van de deelnemers aan de tour.We doen dit om de lezing gever Arjan Dingste te laten zien wat in onze ogen karakteristiek is qua beeld in dit museum Achterliggende gedachte hierbij is dat wij met een andere blik naar het museum kijken dan de architect De oldtimers waarmee gereisd is zullen eveneens in beeld komen

Een citaat van onze voorzitter Renz Schulze:

Het werk van Ben van Berkel boeide mij nooit zo.......maar bij het zien en ervaren van het museum ben ik van gedachte veranderd

Er waren vooraf aan de lezing zo'n 74 slides te zien van het ex- en interieur
Opvallend daarbij was dat er veel overeenkomsten waren van beelden zij het soms met andere standpunten.De hoge entree hal met zijn 3 bijzondere liften was prominent in beeld gebracht Verder was er aandacht voor de futuristische vormgeving van een aantal modellen Ook de manier van hoe de verschillende modellen geëxposeerd waren kreeg aandacht. Het is aardig te zien dat sommige oog hebben voor hun eigen oldtimer in relatie tot het exterieur van het museum.
Dat leverde prachtige plaatjes op die passanten van het museum dan ook met genoegen fotografeerde.

Wijnand Looise had zelfs een thema gekoppeld aan zijn beelden namelijk "cirkel" wat verassend overkwam in talloze beelden. De cirkelvorm kwam natuurlijk deels terug in de inrichting van het museum wat hij terecht dit thema gaf.

Edward Scuurmans vond het belangrijk dat zijn Mercedes op een aantal plaatjes voor het museum in beeld gebracht moest worden dit vanwege dezelfde kleur als het museum ( metallic ) Van hem kreeg ik de volgende tekst mee:

Was natuurlijk heel bijzonder om mijn auto voor het gelijk gekleurde auto te rijden.
Meest bewonderenswaardige van het museum vind ik dat de bezoeker niet geleid wordt, maar continu voor keuzes staat hoe hij of zij de route naar beneden loopt, daarmee bewustwording creërend van de ruimte en de inhoud

Jorn Schiemann had veel aandacht geschonken aan de vele doorzichten in het interieur vanaf verschillende nivo's wat aanleiding gaf om vanaf zo'n punt de ruimte in zijn geheel te overzien en natuurlijk te fotograferen.

Joost Hovenier leverde een heel mooi beeld in van zijn Porsche onder de Reinbrug in Heimatstijl.Verder was zijn beeld vanuit die wonderlijke lift echt prachtig.
Robert van Kats heeft twee beelden laten zien waarbij alle oldtimers op een rij staan met als achtergrond het museum doet het natuurlijk goed.

Ikzelf heb mij gericht op de bouwkundige details van het ex-en interieur omdat daaraan is af te lezen hoe het ontwerp maar ook de uitvoering in een symbiose in elkaar overgaan. In mijn dagboek van de reis schreef ik het volgende:

Wat een geweldig gebouw ruimtelijk heel bijzonder. De materialisering alsmede de detaillering is heel goed. Je start de expo vanaf de begane grond en gaat met een geweldige lift naar het hoogste nivo en daalt dan naar beneden via hellingbanen. Op nivo's zijn auto's op een fraaie manier geëxposeerd. Je blijft je verbazen hoe dit
bouwwerk tot stand is gekomen

Arjan Dingsté begon zijn lezing, nadat hij onder de indruk was van de vele beelden
om ons te bedanken voor de uitnodiging. Eerst werden er wat feiten en getallen getoond waarna het echte werk begon. Het concept werd getoond van de Helix het uitgangspunt voor het ontwerp. Daaraan gekoppeld de vele schema's van de logistiek voor het museum, kortom fascinerend. Lang werd stilgestaan bij de tot-standkoming van het gebouw. Vele tekeningen zijn gemaakt van de ingewikkelde bekistingen voor het schone betonwerk. Installatie technisch liet hij ons ook zien hoe deze uit het zicht is weggewerkt. Een proces was het volgens Arjan van vele jaren voorbereiding en ook uitvoering. Met zeer veel plezier heeft hij aan dit project gewerkt en daar veel van geleerd. Zo eindigde hij zijn verhaal waarbij er vele vragen waren bij de aanwezigen. Moeiteloos wist hij op de kritische vragen te antwoorden. Om ca. 10 uur sloten wij af met een dankwoord uit te spreken en het overhandigen van een drietal boeken te weten het laatste nummer van Forum Rotterdam en het Forum 01 nummer Cuba en de roman van Aron Grunberg " de Man zonder Ziekte.

Fridjof van den Berg 29-6-2012

AetA EXCURSIE MARSEILLE 6 DECEMBER 2012  CMA-CGM TOREN VAN DE ARCHITECT ZAHA HADID
In het " ART CENTRE " van de Japanse architect Tadao Ando uit 2011 op het Chateau La Coste kocht ik het boekwerk van de Iraakse architect Zaha Hadid ( 1950 ) uit de beroemde Taschen reeks. De organisatie van de excursie Marseille 8 t/m 11 november 2011 had voor mij uitgezocht een verhaal te schrijven over de CMA-CGM toren van Hadid.


Op de achterzijde van het boekwerk staat een prachtige foto van Hadid in een outfit die sterk doet denken aan haar ontworpen toren.Mijn vrouw wist te vertellen toen zij de foto zag dat de outfit die zij op de foto draagt de zogenaamde " PEER " vorm is.Een prachtige metafoor lijkt mij voor de toren.De toren is gesitueerd in het zake-lijke district " d' Euroméditerranée " wat thans in ontwikkeling is.Het gebied ken-merkt zich door de vele functies zoals kantoren-hotels-cultuur-appartementen-winkels-musea en andere activiteiten.Een van die functies is het hoofdkantoor van de rederij CMA-CGM s' werelds 3e grootste container rederij. Voor deze rederij ontwierp Zaha Hadid een kantoortoren met een bijgebouw waar voornamelijk par-keer faciliteiten in zijn gehuisvest.De kantoortoren heeft een plint met veel pro-gramma waardoor het volume aldaar zeer omvangrijk is.Gaandeweg omhoog wordt de toren slanker en krijgt het zijn uiteindelijke vorm.De plattegrond van de toren heeft een rechthoek als basis die aan de punten zijn verschoven zodat er een ogenschijnlijke parallellogram ontstaat met geknikte lijnen.Door deze verschuiving krijgt de West en Oostgevel de brede kant van de toren waarbij de Westkant op zee uitkijkt en de Oostkant op de stad Marseille.Door de uiteindelijke vorm van de plat-tegrond met zijn geknikte lijnen ontstaan er gevels die van verschillende posities een bijzonder beeld opleveren.Reflecties van licht-wolken-zon op de gevel is een schouwspel om te zien het maakt de toren ook in beeld slank daardoor.Waar je ook bent in Marseille is de 145 meter hoge toren te zien telkens als een ander beeld.
Verder zal de toren vanuit zee als een " baken " functioneren voor de container-schepen van de rederij.In de toekomst zal vanuit de stad het zicht op de toren min-der worden.Naast de toren komt het project " Les Quais d' Arens " waar ze nu al aan zijn begonnen.Dit project met een 4 tal kantoortorens in hoogte variërend van 135-113-99-50 meter hoog.Architecten van naam hebben deze torens ontworpen nl. Jean Nouvel,Yves Lion, Jean Baotiste Pietri en Roland Carta.Als in 2013 Marseille culturele hoofdstad van Europa wordt moet er in dit boven omschreven gebied nog heel wat gebeuren.Over een aantal jaren zal het gehele gebied vanaf de binnenhaven in noordelijke richting tot de toren van Hadid een schitterende boulevard rijker zijn volgens de plannen.

Fridjof van den Berg 06-12-2012

Maak jouw eigen website met JouwWeb